Molen De Herstelling, Rotterdam, stadsdeel Delfshaven

Rotterdam, stadsdeel Delfshaven, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Herstelling
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
08749
oude dbnr.
V8749
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Rotterdam, stadsdeel Delfshaven
plaatsaanduiding
Westelijke Zeedijk buitendijks
gemeente
Rotterdam, Zuid-Holland
streek
Rotterdam en omstreken
geo positie
X: 91097, Y: 435428
N: 51.90369, O: 4.45863

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis

Deze houtzaagmolen was eigendom van Theunis van Holst. Toen hij nog in Hof van Delft woonde kocht hij op 18 september de helft van twee zaagmolens in Den Hoorn. Voor 1833 verhuisde hij naar Delfshaven.

Op 5 september 1835 verzocht hij toestemming om een wind-houtzaagmolen, een bovenkruier, te mogen oprichten op het land van de voormalige buitenplaats Werklust, dat hij op 3 juli 1835 met de naastgelegen lijmziederij van Coenraad Loch had gekocht. Daar buurman Koomans van De Hoop (Tenbruggencatenummer 06675 n) geen bezwaar had, werd op 7 oktober de vergunning verleend.

Aangezien op 11 mei 1836 in een hypotheelakte reeds sprake was van "de windhoutzaagmolen, loodsen en verdere getimmerten, door hun comparanten op de voornoemde onroerende goederen thans gebouwd en daargesteld", moet de bouw snel voltoooid zijn geweest. Op 1 januari 1848 werkten er op de molen tien volwassenen en drie kinderen.

Op 14 januari 1849 brandde de molen af als gevolg van blikseminslag, de waarde bedroeg ƒ 20.000 voor de molen en nog eens ƒ 1000 voor de aanwezige houtwaren. "De brandspuiten dezer gemeente waren in den kortst mogelijken tijd bij den brand tegenwoordig en werkten spoedig; zijnde twee spuiten van de stad Rotterdam ter hulpe toegesneld, doch hebben niet gewerkt; de spuitgasten hebben zich goed gekweten". De molen werd niet herbouwd.

Nieuwe Rotterdamsche Courant, 18 jan. 1849:
"Bij het in den namiddag van dien dag uitgebarsten onweder, sloeg de bliksem in den dubbelen houtzaagmolen met vier sleden, welke in het jaar 1835 te Schoonderloo werd gebouwd en toebehoorde aan den heer T. van Holst, van Delfshaven. Ooggetuigen verzekerden nimmer eene dergelijke verwoesting gezien te hebben; van den geheelen molen is bijna niets overgebleven dan een hoop asch.
Op het oogenblik dat de bliksem in den molen sloeg, begonnen in een nabijgelegen huis al de schellen te klinken, terwijl in een ander huis de koperen slinger eener klok is gebroken."

Bron: "De Distelleerketel, de molen op het Middenhoofd", 1994, Jan Oudenaarden, St. Hist. Publ. Roteradamum.
H. van der Kaay, 7 april 2009.

aanvullingen

trivia

NB De aangegeven locatie is een schatting naar het kaartje in genoemde bron.