Molen De Korenaer voorganger, Ridderkerk

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1813

verdwenen

1843

opvolger

Ridderkerk (De Korenaar)

geschiedenis

*Deze molen was de voorganger van molen De Korenaar, waarvan nog een restant aanwezig is. Deze molen stond aan de Kerkweg.
De oudst bekende eigenaar van de molen was de uit Willemstad afkomstige Abraham van der Hoog die midden in het dorp woonde in hofstede Het Klooster. Die boerderij stond ongeveer tot 1850 op de plaats waar later huize Rustburg is gebouwd. Veertig meter achter de woonstee van Van der Hoog stond de molen. De heer Maliepaard reconstrueert: 'Die was gebouwd op een verkeerde plaats. De toegangsweg vanuit de Kerkweg was dikwijls een modderpoel en hinderlik voor de aan-- en afvoer door wagens. Bovendien stond de molen te dicht bij de Molendijk en dat belemmerde een goede windvang.'

*Dordrechtsche Courant 28 december 1822
Uit de hand wordt te koop gepresenteerd: Een in dit jaar geheel nieuw gebouwde, hechte en sterke steenen-wind-korenmolen, zijnde een balie-molen, en voorzien van een buitengewoon kostbaar Werk en verder compleet Toebebooren, staande op den dorpe van Ridderkerk. Nadere onderrigting begerende vervoege men zich in persoon of met vrachtvrije brieven bij den notaris J. J. De Reus, residerende te Ridderkerk voornoemd.
Informatie van Jaap de Vries, 2 maart 2009

De historicus dhr Maliepaard zocht uit dat Van der Hoog op 31 december 1822 overleed en dat zijn weduwe Maaike van der Waal in het nieuwe jaar op 18 mei de molen verkocht aan korenmolenaar Aart Maaskant voor de prijs van zesduizend gulden. De verkoopakte werd opgemaakt en ondertekend bij Cornelis Sloof, herbergier in het Regthuis van Ridderkerk. Vijftien jaar later kreeg Huig Maaskant de molen van zijn vader in huur. Pieter Duijser jr, eigenaar en molenaar van de molen aan de Molendijk, mocht zich in 1837 de nieuwe eigenaar noemen. Hij moest 7500 gulden lenen bij dorpsbankier en chirurgijn Pieter Eliza van Es.
Omdat de molen niet effectief functioneerde, kreeg hij van de Dijkgraaf en Hoogheemraden van de polders Oud- en Nieuw-Reijerwaard toestemming zijn molen op te bouwen op een betere plaats en die vond hij aan de Eenigendijk.

Op 7 juli 1854 verkocht hij De Koornaer aan Johannes Rijsdijk voor 21.000 gulden. Rijsdijk bleek niet geschikt voor het vak van molenaar en hij ruilde zijn molen met kastelein Jan van der Hilt voor zijn uitspanning, het Regthuis van Ridderkerk, nu Sint Joris.
Rijsdijk moest wel duizend gulden bijbetalen.
De familie Van der Hilt was tot 31 augustus 1902 eigenaar voor de prijs van 12.000 gulden.
In een annonce werd op 8 april 1933 in de Overmaasche Courant aangekondigd dat de molen gedeeltelijk zou worden afgebroken en de romp verbouwd tot woonhuis.

Bovenstaand artikel stond in het Rotterdams Dagblad, op woensdag 18 mei 2005.
Tekst van dhr. Maliepaard (historicus) , Ridderkerk

Bij de verkoop van de molen in 1823 aan Aart Maaskant, behoorde ook een rosmolen, die zich in een bijgelegen schuur bevond. Aart Maaskant kocht toen ook nog een stukje grond om er een huis op te bouwen voor fl 6000 . Het huis is er nooit gekomen. De rosmolen kostte 250 gulden. Aart Maaskant moest wel tot eind april 1824 het contract nakomen met de molenaarsknecht Jan van Leeuwen uit Strijen. Voor deze koop leende Maaskant deze 6000 gulden van de 'dorpsbankier' en chirurgijn Pieter Eliza van Es.