Molen Kooimeer, Heiloo

Heiloo, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Kooimeer
modeltype
Onbekende windmolen
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
08632
oude dbnr.
V6702
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Heiloo
gemeente
Heiloo, Noord-Holland
streek
Noord-Kennemerland
geo positie
X: 110857, Y: 514174
N: 52.61332, O: 4.73546

constructie

modeltype
Onbekende windmolen
krachtbron
wind
functie
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis

Op 3 januari 1567 (1566 stijl van Brabant) werd aan Klaas Harksz en consorten toestemming verleend tot het droogmaken van de Heilooërmeer, gelegen achter de Nieuwpoort, groot 50 morgen. Blijkens een akte van 13 mei 1579 werd dit meer, thans aangeduid als Nieuwpoortermeer of Groenewater ("Gronwater") nog in 1567 drooggelegd. Het had toen een eigen molen en uitwatering op de Die.
Als voorwaarde voor de droogmaking werd gesteld, dat er een vaart rondom de nieuwe polder, alsook eentje dwars er doorheen aangelegd diende te worden. Volgens de bepalingen van het octrooi van 1567 was het Groenewater door een sloot, later bekend als Korfleggersloot, in oostwestelijke richting in twee delen gesplitst, die op de duur afzonderlijk werden aangeduid. In 1650 komen we reeds de benaming Rietmeer tegen voor het noordelijke gedeelte en in 1691 de benaming Kooimeer voor het zuidelijke. De naam Groenewater bleef nog in gebruik, doch op den duur als synoniem voor Rietmeer.

Volgens de topografische kaart van rond 1900 waterde de polder af naar het noorden, via twee duikers dwars door de polder het Groenewater, naar de molen van de polder Overdie en Achtermeer. In de Kooimeer stond nog wel een molentje voor onderbemaling.

In ieder geval vanaf begin achttiende eeuw werd de bemaling van de Kooimeer verzorgd door de polder Achtermeer en Overdie (molen 06651 p), samen met de Klappolder en het Groenewater. 

Bron onder meer: Inleiding bij de inventaris van het archief van de Achtermeerpolder, E.D. Eijken 1963, Streekarchief Alkmaar.