Molen De Hutspot, Amersfoort

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1570

verdwenen

1765

geschiedenis

De molen staat bezuiden de stad aangegeven op de stadskaart van Jacob van Deventer.

De Hutspot of Huspot of Hutspoth standerd koren- en eekmolen 1570-1765

 

26-04-1542: Thonis Stevenzoen en zijn wijf Geerlofgen verkoopt molen aan Jan Geerlofsoen

02-01-1544: verkoopt Huych Airtsoen en zijn wijf Agnyes aan Airt Buys en zijn wijf Oitgen

23-10-1580: verkoop door Willem Jan Segertsz en Marrytgen zijn vrouw; Huych Fransz en Maria zijn vrouw;
Aert Gijsbertsz en Aeltgen zijn vrouw; Evert Jan Segertsz; samen mede voor Pouwels Jansz hun onmondige
broer; met consent van Wouter Thonisz als momber van Pouwels.
aan Gijsbert Bossch en Rutgen zijn vrouw, molen nagelaten door Louw Hillen, Henrick is de molenaar

11-01-1607: Anna Jan Geerloffs met Willem Everts, haar gecoren momber. verkoopt de helft van zekere
molen,. De verkoopster bezit de andere helft in lijftocht. verkocht aan Rijck Henricxzn. (molenaar),

28-08-1608: Verkoop helft van een molen Verkoper Rijck Henrickzn.heeft voor hem en zijn erven verkocht aan kopers Gerrit Gerritszn. en Bijchgen Aertsdr. en hun erven, zoals hij deze helft heeft gekocht van Anna Jan Geerloffsdr., die de andere helft in lijftocht heeft.

05-08-1609: verkoopt Anna, weduwe van Jan Geerloffsz met haar zoon Henrick Jansz als momber
aan Rijck Henricksz, molenaar de halve molen 

15-9-1610: Lutgen Jacobs, de weduwe van Gijsbert Bosch met Jacob Bosch als haar momber, verklaart bij het gerecht dat ze ƒ 100 heeft geleend van de molenaar Gerrit Gerritsz en zijn vrouw op de molen buiten de Arnhemsepoort als huurder. Ze zal de interest korten op de huur van de molen, die met het land daarvoor dient als onderpand. Gerrit Gerritsz stelt zijn huurderschap veilig, zolang de hoofdsom met interest nog niet is afgelost

1630: Elis Jacobs

Erfrentebrief, ten overstaan van schout en schepenen, van Elis Jacobsz Molenaer en Clara Willems, zijn vrouw, voor Claes Symons van Velsen en Elisabeth van Lommetsum, zijn vrouw, met een jaarlijkse rente van 12 Karolusguldens, af te lossen met 200 gulden. Als onderpand wordt gesteld hun huis, molen, molenwerf en het bijbehorende land, gelegen buiten de Utrechtse poort, 1630.

01-03-1630: Leningnemer:Ellis Jacobsz, molenaar en zijn vrouw Sara Willems

Leninggever: Claes Sijmansz van Velsen en zijn vrouw Elisabet van Lommetsum Lening: 200 gulden

Onderpand: een huis en molen met molenerf en land erbij, buiten de Utrechtsepoort, met grond langs de weg en het huis dat hij opnieuw gaat timmeren in plaats van het afgebrande

Belendingen 1: de weduwe en erfgenamen van doctor Schrasser in leven Raad van het Hof van Utrecht Belendingen 2: de openbare weg

1631: Erfrentebrief, ten overstaan van plaatsvervangend-schout en schepenen, van Elis Jacobs Molenaer en Clara Willems dochter, zijn vrouw, voor Claes Symons van Velsen en Elisabeth van Lommitsum, zijn vrouw, met een jaarlijkse rente van 12 Karolusguldens, af te lossen met 200 guldens. Als onderpand wordt gesteld hun huis, molen, molenwerf en het bijbehorende land, gelegen buiten de Utrechtse poort, 1631.

14-12-1631: Leningnemer:Elis Jacobsz, molenaar en zijn vrouw Clara Willemsdr. Leninggever:Claes Sijmensz van Velsen en zijn vrouw Elisabeth van Lommetsum.

Lening: En losrente van 12 carolusgulden jaarlijks tot aan de aflossinge toe van 200 gulden hoofdsom. Onderpand:een huis en de gehele molen met molenwerft en het land daaraan behorende staande buiten de Utrechtsepoort, die zij zelf gebruiken, samen met het huis en de grond daarnaast gelegen, dat zij comparanten nieuw getimmerd hebben.

Belendingen 1: Aan de ene zijde het land van de weduwe en erfgename van doctor Schrasen, raad in het Hof van Utrecht.

Belendingen 2: Aande ander zijde de gemene weg.

03-07-1635: "Wijnt coornmoelen" genaamd "de Hutspot" met helft van het huis, hof en hofstede
Verkopende partij: Marcelis Henricksz voor hemzelf en voor zijn vrouw Catalijntgen Louijs
Kopende partij: Henrick Evertsz, molenaar

13-07-1635: de helft van de wintcoornmolen genaamd "de Hutspot" met de helft van het huis, hof en hofstede, land uitgezonderd, waarvan de andere helft toekomt aan Elis Jacobszn, molenaar.
Verkopende partij: Ceel Henricksz voor hemzelf en mede voor zijn vrouw, geassisteerd door Willem Sael
Uijtten Engh, indertijd rentmeester van het Blocklandts Gasthuijs. Kopende partij: Henrick Evertsz

02-11-1647: een hof buiten Bloemendal in de Horseweide, met het plantsoen Belendingen 1: ten zuiden: Willem Zaele uijtten Engh

Belendingen 2: ten noorden: Claes Simonsz van Velsen

07-05-1655: verkoopt Ellert Lubbertzen, molenaar te Bunschoten en zijn vrouw Truijtgen Wouters, tevoren
weduwe van Henrick Pouwelsen en moeder van de onmondige kinderen bij Henrick Pouwelsen
aan Arien Jansen Visschjes en Marritgen Jans zijn vrouw, die tevoren weduwe was van Elias Gijsbertzen
halve molen, andere halve eigenaar is Jan van Raelt, molenaar

27-04-1661: de helft van een windkorenmolen, genaamd 'den Hutspot', met de stenen, zeilen, touwen en
verder gereedschap, en tevens de helft van een huis, schuur, hof en hofstede met het land, waarvan de
wederhelft Jan van Raelt, molenaar, competeert, gelegen buiten de Utrechtsepoort

1664: Gerrit Gerritss, (molenaar te Amersfoort) eigenaar halve molen Oranjestaat 17 te utrecht

1680: wijlen Elias Gijsbertsz, molenaar, Johan van Raalt (1660-??), Molenaar, koper in 1680 Jan van Raalt
(1665 Amersfoort 1720)

1695: de molenaar werd uitgekocht, maar de molen werd toen blijkbaar nog niet afgebroken. 

15-04-1757: tegenover de Eekmolen die vanouds genoemd wordt "den Hutspot