Molen De Leeuw, Amersfoort

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1475

verdwenen

1660

opvolger

Amersfoort (De Pellikaan)

geschiedenis

02-03-1519 Akte van transport ten overstaan van schout en schepenen door Reyer Peterz, bewaarder van de Armen de Poth, met toestemming van de raad, aan Peter Janz de Vreze, van het zesde deel van de molen de Lewe, gelegen buiten de Utrechtsepoort bij het Hontsgat

02-03-1519 verkoop molen door Peter Janz de Vrese heeft belyt jairlix te renten aan Reyer Peterz tot behoeff die Erven [Ermen?] Huyssityng [ten behoeve van de Armenhuisjes?] inde Pot

25-08-1519 De helft vande Moelen [Molen] ende moelenwerff [molenwerf] mitter helft vande husynge hoff ende hoste [huis, hof en hofstede] soe dat van outs [vanouds] gelegen is buten die Utersche Poirt [Utrechtse Poort] Verkopende partij: Peter de Vreze Janz voriscreven heeft belyt verhuert [verhuurd] te hebben Kopende partij: Frans ende Lysbet voirscreven [Franz Peterz ende Lysbet sy wyff]

27-03-1523 Akte van transport ten overstaan van schout en schepenen, door Cornelis Rolofz en Maria, zijn vrouw, aan Frans Peterz en Lysbet, zijn vrouw, van de eigendom van de molen, molenwerf, hof en hofstede gelegen buiten de Utrechtse poort, de Lewe genaamd

28-03-1523 Willam de Wyse, schout, en Pouwels vander Horst, meester Henrick Gerytz en Peter Jacobz, schepenen van Amersfoort, oorkonden dat Huych Aertz en Nijese zijn vrouw overgedragen hebben aan Frans Peterz en Lysbet zijn vrouw al hun rechten op de molen, molenwerf, huis, hof en hofstede buiten de Utrechtsche poort, genaamd 'de Lewe', aan de ene zijde begrensd door de weg en aan de andere zijde het pad geheten dat Hoyntsgat. Oorspr.; de eerste drie zegels aanwezig.

23-09-1523 verkoop rechten door Reyer Peterz Moler heeft te goede gescouden aan Frans Peterz ende Lysbet syn wyff 1523 Akte van transport ten overstaan van schout en schepenen, door Huych Aertz en Nijese zijn vrouw, aan Frans Peterz en Lysbet, zijn vrouw, het eigendom van de molen, molenwerf, hof en hofstede, gelegen buiten de Utrechtse poort, de Lewe genaamd

25-09-1527 eigenaar Frans ende Lysbet voernoemt belien

08-07-1601 verkoop molen door Peter Gijsbertss en Gerberich Bruenis zijn vrouw; Aert Gijsbertss mede voor Aeltgen van Bijler zijn vrouw; Margrita Gijsberts, weduwe van Lambert Janss mede voor haar kinderen; Annitgen Gijsberts, weduwe van Evert Willemss mede voor haar kinderen. Peter Gijsbertss als momber mede voor de onmondige kinderen van Jan Gijsbertss; Thoenis Buysch en Elysabeth zijn vrouw; Rijck Jacobss en Weymtgen Buysch zijn vrouw; Jan Janss mede voor zijn vrouw; Geertgen Buysch met Willem van der Burch haar momber. Voornoemde Thoenis Buysch voor zijn mede-erfgenamen van Hillitgen Gijsberts hun moeder.
Samen voor Frans Buysch en Brant Henricxs en Aeltgen Buysch absent zijnde en voor Cornelis Buysch hun
onmondige broer. Samen mede-erfgenamen van Gijsbert Jacobss Emenesser en Margarita zijn vrouw.
aan Stoffel Gijsbertss en Geertgen Sweren zijn vrouw voor de ene helft en Jacob Gijsbertss en Hillitgen
Boenraets voor de andere helft