Molen Poldermolen op de Tochtsloot, Groningen

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1800

verdwenen

voor 1886

geschiedenis

Ten behoeve van de recreatie werden het Paterswoldsemeer en het Hoornsemeer tot een groot watergebied. Op het gebied, dat vroeger gewoon vasteland was, stond ook een molen. In de negentiger jaren van de 18e eeuw zou die zijn opgericht. En in 1812 stond deze er ook al. De polder erbij behoorde in 1862 aan H. Bolhuis en D. van Dijken, later aan B. van Dijk.
De kleine achtkante bovenkruier bemaalde bijna 87 hectare en deed dat tot in deze eeuw. Toen er echter bij Hoogkerk een stoomgemaal kwam en dit ook de polder ten noorden van het toenmalige Paterswoldse meer ging bemalen, ging het molentje zienderogen achteruit. Het Nieuwsblad van het Noorden van 8 november 1928 vermeldde dat het de komende winter zou worden gesloopt, wat gezien de toekomst, voor de hand lag. Wat westelijker lag nog een andere kleine polder, die circa 45 hectare besloeg. In 1862 behoorde deze polder toe aan Bakker te Eelderwolde en werd de bemaling door een spinnekop gedaan. Wanneer deze werd opgericht is volstrekt onduidelijk, maar in ieder geval na 1853. Lang heeft de molen er ook niet gestaan, daar in 1886 de molen van H. Bakker ten Westen van Eelderwolde stond, buiten de provincie Groningen. De oorspronkelijke molen stond ten oosten van de Tocht- of Woldsloot, terwijl even zuidelijker aan de andere kant van de sloot (tevens provincie grens) R. Nijdam in 1845 een spinnekop in zijn polder had laten zetten.
Zijn standplaats zou tegenwoordig in het water van het Hoornsemeer liggen, wat echter niet het geval is met die molen van H.S. Sluiter. In 1849 had deze hem laten bouwen om zijn polder (eerst 10, later 27,5 ha.) te bemalen. De gezamenlijke veeneigenaren hadden op 24 februari 1849 ook een polderreglement voor de landen ten noorden van het Paterswoldsemeer opgesteld. Ter voorkoming van overstromingen zou er een molen worden gebouwd en een dijk worden aangelegd. Er stonden toen al enkele molens, namelijk op Eelderwolde en bij Lageveen. De bemaling zou in drie 'hamrikken' (onderdelen) geschieden. Volgens de topografische kaart , die in 1914 werd verkend, bestond de molen van Sluiter nog steeds. Dat was echter ook meteen de laatste vermelding die er is gevonden zodat hij enige jaren daarna wel zal zijn verdwenen.


jnjv, informatie van H. v/d Kaay; Bron MOLENS TUSSEN STAD EN D'OLDE LANTSCHAP,HARENER HIST.REEKS 1,door drs.D.M.BUNSKOEKE.
-----

De molen van dit record komt niet voor in het kadaster van 1832. Het perceel van de molen is daarop echter wel getekend, Eelde A (2) 275 doorgestreept. Was de molen tijdelijk afwezig?
Tegenwoordig hoort dit gebied bij Groningen, hier ligt het Hoornse park.
Red.
-----

De molen was eigendom van Bakker.
Soms wordt de molen ook tot Haren gerekend.
jnjv, bron: documentatie wijlen heer Blaauw