Molen Kerkhovense molen (2e), Oisterwijk

Oisterwijk, Noord-Brabant
v

korte karakteristiek

naam
Kerkhovense molen (2e)
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
korenmolen, runmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
08127
oude dbnr.
V5740
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Oisterwijk
plaatsaanduiding
Udenhoutseweg
gemeente
Oisterwijk, Noord-Brabant
streek
De Kempen
geo positie
X: 140450, Y: 399740
N: 51.58639, O: 5.17726

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Vlak na de brand van April 1895 koopt Helena Vekemans, weduwe van molenaar Willem van Riel uit Dongen, op 25 Mei 1895 het erf met de verkoolde restanten van de weduwe Dielemans - Sprangers, die na de dood van haar broer Anthony Spranger in 1893 eigenaresse was geworden van de molen. Deze twee ondernemende vrouwen hebben een belangrijke rol gespeeld in het voortbestaan van de molen. Helena Vekemans doordat zij de overblijfselen kocht met de bedoeling dat haar zoon Adrianus, toen 28 jaar, ter plaatse een nieuw molenaarsbedrijf zou beginnen. Niet zo vreemd misschien, als men bedenkt dat de familie van Riel al generaties eerder molenaars leverde, en dat maar liefst 4 broers van Adrianus ook molenaar werden. respectievelijk in Dongen (Achterberg en Lage Ham), in Riel en in Geertruidenberg

Maria Dielemans - Sprangers wordt bij de verkoop op 25 mei niet alleen "molenaarster" genoemd, maar ook heeft zij te voren al een ontwerp voor een nieuw te bouwen stenen molen laten maken door de Dongense molenmaker P.C. Schellekens.

De bouw van de molen moet snel gerealiseerd zijn, want op 10 januari 1896 wordt niet alleen het molenhuis, maar ook de molen met schuur en erf als onderpand genoemd in een schuldverklaring van Helena Vekemans.

De nieuw gebouwde molen werd gebruikt voor het vermalen van graan en veevoer, maar daarnaast werd ook schors vermalen. Het malen van schors was een stoffig en ongezond werk. Daarnaast was het spul bijzonder brandbaar, en dat was er de aanleiding toe dat de molen op een nacht in 1912 opnieuw een prooi der vlammen werd. De brand was zo hevig dat hij niet volledig geblust kon worden. Er zat niets op dan alle openingen in de molen dicht te timmeren en af te wachten. Toen men na 14 dagen weer naar binnen ging, smeulden sommige brokstukken nog steeds. Niet alleen was het interieur grotendeels verloren gegaan, maar ook bleken er in de romp verschillende scheuren te zijn ontstaan. Deze scheurvorming was ongetwijfeld het begin van de steeds terugkerende vochtproblemen die de molen later zouden teisteren. Men probeerde er onmiddelijk na de brand iets aan te doen door de molen van binnen te pleisteren, en later door de buitenzijde aan de westkant, deels te teren.

Zowel de balklagen en de zolders, als ook het gaande werk van de molen moesten na deze tweede brand worden vernieuwd. brandsporen aan enkele nog aanwezige balken in de molen zijn het bewijs dat niet alle onderdelen vervangen werden. Van de belangrijkste molenonderdelen, het gaande werk, de kap, het gevlucht en de staart kon echter niets behouden blijven. Zowel de eigenaar als de boeren hadden er baat bij dat het herstel snel zou worden uitgevoerd, terwijl het tevens zo min mogelijk geld moest kosten. Vandaar dat er na molenbranden in het zuiden van ons land, waar er in deze periode voor het windmolenbedrijf naast de opkomende motorische maalderijen nog wel enig emplooi leek te zijn. Vaak werd uitgekeken naar tweede hands onderdelen of zelfs naar complete molens die elders konden worden opgekocht. Met name in Zuid Holland kwamen er vanaf het einde van de 19e eeuw vele windmolens de bedoeld waren geweest voor het bemalen van polders tot stilstand. Ten behoeve van het herstel van verschillende molens in Brabant is deze provincie dan ook een belanrijk toeleveringsgebied geweest. Dat gold ook voor Oisterwijk...