Molen Polder het Oudeland en Tournooisveld, Woerden

Woerden, Utrecht
v

korte karakteristiek

naam
Polder het Oudeland en Tournooisveld
modeltype
rosmolen
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
08048
oude dbnr.
V8048
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Woerden
gemeente
Woerden, Utrecht
streek
Groene Hart
geo positie
X: 119475, Y: 455617
N: 52.08768, O: 4.86887

constructie

modeltype
rosmolen
krachtbron
spierkracht
functie
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
1773 herbouwd
verdwenen
geschiedenis
De Polder het Oudeland en Tournooisveld werd bemalen door een rosmolen.
Op de kaart van Floris Balthasar uit 1615 staat in de noordwesthoek van de polder een windmolen aangegeven, en op de kaart van de gebroeders Vingbooms uit 1670 staat juist ten oosten van het Tournoisveld een wipmolen afgebeeld met een lange vliet naar de Oude Rijn. Het is niet duidelijk of het hier windmolens voor polderbemaling betreft. Op de kaart van Jan Janszoon Dou en Steven van Brouckhuijzen uit 1647 staat hier geen molen vermeld.

In 1773 werd de bouw en bediening van een Nieuwe Schuur met een nieuwe molen met scheprad aanbesteed, waarbij voor het metselwerk met de dakpannen en het timmerwerk aparte bouwbestekken bewaard zijn gebleven. Het scheprad kreeg een diameter van 7 voet (2,20 m) en een breedte van 8½ duim (22 cm), de opvoerhoogte bedroeg 23 duim (60 cm). Door de overbrenging 75:18 draaide het scheprad ruim viermaal zo snel als de spil.

De molen bleek niet goed te voldoen, "... een Paarde Molen, dan welke niet is geweest van de nuttigheid dat de Landerijen in tijds van het onnodige water zijn ontlast geworden ...". Op 13 november 1786 sloten schout en heemraden van de polder een contract met de Polder 's-Gravesloot (Tenbruggencatenummer 00041 a), waarmee deze voortaan tot in eeuwigen dage de bemaling met hun molen zouden overnemen. Hiervoor betaalden zij jaarlijks ƒ 135,28, zijnde ƒ 0,80 per morgen.
In 1818 wordt de wip-schepradmolen van de Graveloot en Oudelandsche Polder vermeld, aan de Woerdsche Rijn.

Zelfs na 1884, na het samengaan met Kamerik Mijzijde, bleef deze regeling van kracht.

Bronnen:
- Molens in het Stichts-Hollands grensgebied door E. Stoop, in Heemtijdinghen, orgaan van de Stichts-Hollandse Historische Vereniging, september 1991. Molen nr. 1201. Met dank aan H. van der Kaay.
- Een rosmolen voor polderbemaling in 1773, art. door Jan Hofstra in Molinologie nr. 41, 2014.

aanvullingen

trivia
NB De aangegeven locatie is een schatting naar het kaartje in genoemd artikel.