Molen Rosmolen van de Vliegensengers hoeve, Soest

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1460

verdwenen

na 1636

geschiedenis

In 1460 wordt melding gemaakt van een rosmolen bij de Vliegensengers hoeve, ingericht voor het malen van koren. Mogelijk was de molen er al in 1413.

De molen wordt voor het laatst genoemd bij een overdracht van de hoeve in 1502.

Bron: Soest, Hees en De Birkt: van de achtste tot de zeventiende eeuw door Jan H.M. Hilhorst, 2001.

 

25-06-1636: Eduard van der Marsch, executeur, voor Elisabeth Schenk bij dode van Margaretha
van der Maat, 39 fol. 48.
140. De helft van 3 vierendeel onland? uit Vliegensengershoeve, waarvan Machteld van der Mathe de andere helft heeft, met huizing, hofstede, rosmolen en getimmerte daarop in Soest, zuid: Jacob Goedenz. (1585: Cornelis Hermansz. te Amersfoort),
noord: Gerard Rikoutsz. (1585: erven Gijsbert de Beer), west: de Hulle, oost: de gemene brink; 5 stukken land naast elkaar, samen groot 17 schepel, strekkend van de overweg tot Soesterhard, in Soest, (1585: of? Strekkend van de KM. Weerd, zuid: Hubert Meinsz., noord: erven Jan van Snuel te Amersfoort). 

09-11-1657: Akte van uitgifte in leen van 3½ schepel land uit 12 morgen land van de hoeve Vliegensenger en vijf stukken land tussen de Baarnseweg en het Hart aan Hillichgen Jans, weduwe van Albert Rutten, als een van de erfgenamen van Gijsbertgen, weduwe van Jan Locht, 1657 nov. 9