Molen De Jonge Boon / De Bom / De Jonge Bom / De Jonge Bouw, Ilpendam

Ilpendam, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Jonge Boon / De Bom / De Jonge Bom / De Jonge Bouw
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
07938
oude dbnr.
V5525
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 07938 De Jonge Boon / De Bom / De Jonge Bom / De Jonge Bouw (Ilpendam)
Detail van onderstaande prent

locatie

plaats
Ilpendam
gemeente
Waterland, Noord-Holland
streek
Waterland
geo positie
X: 125370, Y: 497000
N: 52.45995, O: 4.95125

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
zeskante bovenkruier
inrichting

twee zaagramen

plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verplaatst
verplaatst naar
geschiedenis

De vroegste datum waarin de houtzaagmolen die in Ilpendam “bij de brug aan de Jaagweg” stond, wordt genoemd is 1648. In het boek “Rekeninge van 1647 tot 1648” wordt vermeld dat “Hendrik Jeronimus in Manelingh d.d. 28 April 1648, verkrijgt een saagmeulen en erf te Ilpendam.”

Gezien de grote zaagindustrie in de Zaanstreek is het niet zo verwonderlijk dat de zaagmolen in Ilpendam diverse malen in het bezit was van een Zaankanter. Van de zeven eigenaren bleken drie in de Zaanstreek te wonen. Vanwege de vele vaarwegen en de relatieve korte afstand naar de Amsterdamse houthaven was Ilpendam een ideale plaats voor een zaagmolen. Maar de afzet van hout in het dorp alleen zal zeker niet voldoende zijn geweest. De molenaar zal ongetwijfeld een deel van zijn hout aan Amsterdam hebben geleverd voor de bouw van woningen en schepen, en aan de houtmarkt aldaar. Omdat de Vijfstedentrekvaart (later Zestedentrekvaart en voorloper van het Noordhollands Kanaal) in de beginperiode van de zaagmolen nog niet bestond, moest de molenaar voor zijn afzet dezelfde vaarroute naar Amsterdam volgen als die van de veerschuit. Die begon dan op het Oude Kanaal, vervolgens via de Vaart achter de boerderij van Arie Koning langs, naar de Wiltsloot. Na de Noordmeer ging deze achter bij Watergang langs om vervolgens over het brede water de Slochter en de ringvaart van de Buikslotermeer bij het IJ in Amsterdam uit te komen. Toen in 1664 de Vijfstedentrekvaart was gegraven, liep het traject vrijwel gelijk aan het later gegraven Noordhollands Kanaal. Een andere reden om hier een zaagmolen te bouwen was de bouw van boerderijen en woningen in de 1622 drooggemalen Purrmer. De molenaar kon per boot direct de boerderijen aan de Purmerdijk bereiken. De route liep via het sluisje op de Monnickendammerrijweg dat toen nog niet bij Gerard Wals lag, maar tegenover de Wiltsloot tussen de boerderijen van Arie Koning en Niek Roeleveld.

De toegangsweg naar de molen was De Beurs, waarna men met een vaste brug over het water (het toen veel smallere Oude Kanaal) het molenerf kon bereiken. In die tijd stond de molen aan het Havenpad, dus nog aan de overkant van het kanaal. Naast de molen stonden ook nog een woon- en een zomerhuisje, houtloodsen, een schuur en een schuijtenhuis (boothuis). Ook hoorden twee houtschuiten met een zeil, een houtwagen met toebehoren en een sjees (kar voor personenvervoer) tot de reguliere inventaris. Het molenerf was ca. 3600 vierkante meter groot, waarvan 1000 vierkante meter bestemd was voor het balkengat.

Op 24 okt. 1693 verkocht Trijntje Coels, weduwe van Pieter Coel, de molen voor 800 Carolusguldens aan Gerrit Claesz. Gruijs te Oostzaan. Diens weduwe Wumpje Jans, en Geurtje Huijgens, weduwe van Claes Gerritsz. Gruijs, verkochten het complete bedrijf. De Amsterdamse Courant van 20 augustus 1722 publiceerde: "De Wed. en Erfg. van Gerrit Klaesz. Gruyt, zullen op Dingsdag den 8 September tot Ilpendam publyk verkopen, een zeskante Zaegmolen met deszelfs Schuur en Lootsen, an alle de Gereedschappen en Houtwaren, als ook een Woonhuys en Somerhuys, midsgaders een Boomgaertje en Grasweyde, alle nevens den anderen gelegen; gelyk breeder in de biljetten uytgedrukt staet."
Kopers (samen met een wagenhuis in Ilpendam) voor ƒ 6200 waren op 12 sept. 1722 Albert Booker en Claes Bon of Bouw uit Oostzaan. De weduwe van Gerrit Claesz Gruijs verstrekte een hypotheek.

De molen werd op 24 oktober 1722 door Klaas Jacobsz Bom uit Oostzaan ingeschreven in het brandcontract dat op 11 mei 1719 voor notaris Philip van der Stengh uit Westzaandam was opgericht. Er waren toen 31 molens in deze onderlinge brandverzekering onder gebracht. Per molen moest maximaal ƒ 107 worden bijgedragen als er brandschade was. Er kon dus maximaal ƒ 3210 worden uitgekeerd (30 x ƒ 107). De molen werd onder de naam De Jonge Bom ingeschreven. Wanneer de molen weer werd uitgeschreven is niet gevonden.

In de vergadering van Baljuw, Burgemeesteren, Schout, Schepenen en Vroetschappen werd in 1728 een verordening uitgevaardigd, waarbij het verboden werd om op het erf of in de zaagmolen te roken.

Op 2 juni 1731 verkochten Booker en Bon's zoon Jacob de molen voor ƒ 5850 aan Krijn Maartensz Louw uit Ilpendam. Joanna Hooft, vrouwe der Heerlijkheid Purmerland-Ilpendam, eigenaresse van kasteel Ilpenstein, verstrekte een hypotheek. De "zeskante saegmole bewesten de treckwech naer Amsteldam bij Ilpendam" molen werd in 1731 “de Jonge Boom” genoemd. Het lijkt voor de hand te liggen dat de naam “De Bonsem” hier zijn oorsprong vindt. Ook lijkt de naam van de eigenaar Jacob Bon (of Boon) hiermee te maken te hebben.

Op 20 december 1765 verkocht Krijn Maertensz Louw de zeskante zaagmolen 'de Jonge Bouw' in Ilpendam voor de som van ƒ 4000 aan de burgemeester van Monnickendam, Albertus Wallendal.
"VERKOOP VAN EEN ZAAGMOLEN TE ILPENDAM
Verkoper: Crijn Louw uit Ilpendam
Koper: Albertus Wallendal, regerend burgemeester te Monnickendam
Transactie: Een zeskante zaagmolen met al zijn gereedschappen, alsmede loodsen en stalling staande op de molenwerf, de houtschuit en de houtwagen met haar toebehoren en een chais (Sjees). Gelegen te Ilpendam aan de Jaagweg, het land van Willem Gout ten Z en het huis van de verkoper ten ten N. F. 4000-00-00.
Clausule: De koper zal met toestemming van de heren gecommitteerde raden, de staten van Holland en West Friesland en het noorderkwartier, de molen met toebehoren zal mogen vervoeren van Ilpendam naar Monnickendam."
Bron: krant van 20 dec. 1765, Waterlands Archief (ORA inv.nr. 3679, pag. 315).

Het is waarschijnlijk deze molen die in Monnickendam werd opgericht als zaagmolen De Noordstar (zie Verplaatst naar). De heer W. Wijsman, destijds in Ilpendam, heeft voor het Waterlands Archief het hele oud-rechterlijke archief nagelezen. De Ilpendammer molen was dus zeskant, maar dat waren wel meer zaagmolens. Of deze molen daadwerkelijk naar Monnickendam is verplaatst, en wanneer, en welke van de twee nu bekende zaagmolens hij daar werd, is nog niet met zekerheid vastgesteld.

Op 23 augustus 1766 sloten Krijn Maertensz Louw en Albertus Wallendal een overeenkomst, waarbij de eerste aan de tweede een stuk land aan de Jaagwijk verkocht voor 150 gulden, "zijnde de molenwerf en de opstant daarop staande" (ORA inv.nr. 3679, pag. 348). In 1788 kocht de Ilpendammer Martinus Westerhof het oude erf van de molen groot 200 roeden (ca. 3600 vierkante meter) met een loods voor 150 gulden, hier kwam daarna een schuitenmakerij.

In Ilpendam bevindt zich nog steeds een bruggetje op dezelfde plek en met dezelfde afmetingen als het bruggetje in het toenmalige jaagpad dat in 1664 werd aangelegd, waardoor de te zagen balken het balkengat konden worden binnengesleept.

Bronnen:
- "De herkomst van Houtzaagmolen "De Vriendschap"", artikel in Jaarboek 2008 van Vereniging Oud Monnickendam, zie Issuu.com. Gebaseerd op archiefonderzoek in de Ilpendamse belastingboeken door Johan de Haan uit Ilpendam rond 1988.
- aanvullingen Nico Jurgens, 27 februari 2006.
- aanvullingen Dick Bunskoeke, 4 jan. 2009.
- "Houtzaagmolen De Jonge Bouw", art. door Jos van der Lee in "De Hofbrug", Oudheidkundige Vereniging Ilpendam, feb. 2018.
- aanvullingen Ron Couwenhoven, 11 sept. 2016.

aanvullingen

trivia

De Saegmole staat aan de Treckvaert aangegeven op de kaart uit 1730 van Uitwaterende Sluizen, Waterlands Archief, volgnr. 33_KA00331. De aangegeven locatie is een schatting daarnaar.