Molen (rosoliemolen), Veghel

Veghel, Noord-Brabant
v

korte karakteristiek

naam
(rosoliemolen)
modeltype
rosmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Ten Bruggencate-nr.
07841
oude dbnr.
V5299
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Veghel
plaatsaanduiding
langs de Aa bij het zogeheten Ketelwiel in de buurt van de Mestbrug
gemeente
Meierijstad, Noord-Brabant
streek
Meierij van 's-Hertogenbosch

constructie

modeltype
rosmolen
krachtbron
spierkracht
functie
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
Deze molen betreft een naamloze oliemolen, volgens dhr. Van Asseldonk waarschijnlijk een rosoliemolen. Kaart No 3 van het stroomgebied van de Aa tussen het dorp Veghel en de Koxbrug onder Gemert, door A. de Geus, conducteur eerste klasse, gezien door Brunings, ingenieur en chef van het vierde district, gemaakt naar een serie van drie kaarten van H. Verhees uit 1806 geeft aan: "alhier heeft een olijmolen gestaan". Deze tekst is geplaatst bij een locatie nabij de Mestbrug over de Aa tussen de Boekt en het buurtschap De Leest in Veghel. Deze molen zou bij de grote pachthoeve Ten Wiel of de Wielsche Hoeve hebben behoord.
De familie Van de Wiel, pachters- later eigenaren- van deze hoeve komen na het verdwijnen van de molen bij Ten Wiel voor als oliemolenaars aan het Hoogeinde (Eikelkamp) te Veghel.
De heemkundekring Vehchele heeft bovendien in 2010 de volgende ontdekking gedaan: "Op 3 juni hebben we de funderingen gelokaliseerd van een stenen rechthoekig gebouw en een rond gebouw met uitbouw (molen?) bij de mestbrug aan de kant van Het Zuid in het parkje, op ca. 50 meter van de Aa. Het lijkt erop dat alle funderingen nog aanwezig zijn.
Volgens de nu bekende gegevens is het van een oud slotje, een van de eerste stenen gebouwen in Veghel. Of het ronde gebouw ook van steen was is niet duidelijk. De stenen fundering van de rechthoek van circa 17x18 m is 1,5 meter breed.

Verder hebben we van Provinciaal archeoloog Godfried Scheivens van Archis meldingen ontvangen van werkzaamheden in de Aa in 1937, waarbij melding is gemaakt van funderingen, men noemde dit: borg/stins/versterkt huis, en verder allerlei vondsten waaronder gedeelten van een hellebaard."

Mogelijk zouden dit restanten betreffen van een watermolen, maar dat is niet helemaal opgehelderd. Ook Piet-Hein van Halder vermeldt in zijn boek Watermolens in Noord-Brabant (2010) de molen Ten Wiel als een spookmolen (aangezien haar bestaan nochthans niet bevestigd is door historische gegevens).

Rolf Vonk, 21 nov. 2010.

Zie ook De Wielse Hoef.

aanvullingen

trivia
In het cijnsboek van de hertog van Brabant voor de Meierij van 's-Hertogenbosch worden de cijnsen per dorp (belasting voor het gebruik van grond of goederen) aangegeven.
Voor Veghel worden voor de periode 1342 tot 1351 ook recognitiecijnzen voor het gebruik van de Veghelse Molen aangegeven. In die jaren betaald Willeken van Hamvelt zogenaamde 'Molendito'voor het gebruik van de molen. In de 17e eeuw komt de molen in handen van de eigenaren van de Wielse hoef. Al voor 1739 moet de molen buiten bedrijf zijn geraakt.

Bron: Martien van Asseldonk in Van Vehghele tot Veghel 1989, blz. 69.
Rolf Vonk.
-----

Dit betreft kennelijk dezelfde molen die genoemd wordt in een oorkonde uit 1309:
Jan II, hertog van Brabant, verkooopt aan de lieden van Schijndel gemene gronden gelegen tussen Middelrode, Eerde (bij St. Oedenrode) en Dinther. Bij de omschrijving van de grenzen wordt een windmolen genoemd in de buurt van Schijndel, tegenover Eerde.
Bron: Dr. H.P.H. Camps, Oorkondenboek van Noord-Brabant tot 1312 I,2 802, 1309 december 6.
Nico Jurgens, 22 okt. 2006.