Molen van Jans, Kollum

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1561

verdwenen

circa 1828

geschiedenis

Reeds in 1551 wordt er in de stukken melding gemaakt van een "molner" in Kollum en in 1561 is er sprake van een "moelen op 't noordoest van Colmerbuiren." Voor 1580 waren er reeds 2 korenmolens in Kollum.
[NB De "molner" kan ook een rosmolen i.p.v. een windmolen hebben gehad. Red.]

Volgens de reëelkohieren van Kollumerland waren vóór 1711 Jan Janties, zijn vrouw Nuesa Diurres en Jan Jans gezamenlijk eigenaar. Jan Janties was koopman en in de proclamatieboeken komen wij zijn naam herhaaldelijk tegen als koper en verkoper van landerijen. Waarschijnlijk is Jan Jans de eigenlijke molenaar geweest.

In 1715 moest deze zijn plaats afstaan aan Djurre Dirks, die reeds een jaar later de enige bezitter van de molen werd. Hij stierf in 1741 en zijn weduwe zette de zaak voort tot haar zoon Ieske Djurres, die gehuwd was met Maria Doedes die taak in 1763 van haar overnam.

Het gemeenteverslag van 1852 noemt drie molens in Kollum, die van Formsma, Duinkerk en Keuning. Twee van deze korenmolens zouden kort na 1836 gebouwd zijn.

Bronnen:
- "Noord-Oost-Friese korenmolens en hun molenaars", W.T. Keune, 1970.
- "Het molenbestand in Friesland, een overzicht van het aantal der industriemolens in Frl. tot 1900", art. door drs. D.M. Bunskoeke in De Utskoat nr. 40, dec. 1985.
-----

De molen werd gebouwd voor 1561, en verdween rond 1828.
Dick Bunskoeke, 20 okt. 2011.