Molen Oostermolen, Dokkum

Dokkum, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Oostermolen
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
07799
oude dbnr.
V7799
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Dokkum
plaatsaanduiding
Op de Hoogte, nu einde Zoutsteeg
gemeente
Noardeast-Fryslân, Fryslân
streek
Dongeradeel
geo positie
X: 195935, Y: 593446
N: 53.32589, O: 6.00156

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
In het Register van den Aanbreng van 1511, met een beschrijving der vaste goederen, treffen we te Dokkum vier mensen aan, die een molen exploiteerden: Arent, Hinrick, Jacob en Willem. Er waren dus vier molens en wel binnen de stad. Eén ervan was allicht de Kloostermolen van de abdij Bonifacius , en Hinrick was daarvan de meijer of bedrijfsleider. De plaats van de molens wordt niet nader aangeduid.

Bron: Dokkum en zijn molens, in het bijzonder "De Hoop", artikel in De Utskoat nr. 44, dec. 1986.
-----

Jacob van Deventer geeft op zijn kaart uit ca. 1560 (zie dbnr. 11591) vier windmolens weer binnen de stad en wel op de Schermesweide, bij de Westersingel, op het Luwarderwaltsje en deze molen op de Hoogte bij de Halvemaan, toen nog een open terrein. Inmiddels is het gebied bebouwd en is de voormalige standplaats van de molen te positioneren aan het einde van de huidige Zoutsteeg. Hoewel natuurlijk niet zeker, is er vanuit gegaan dat de vier molens uit 1511 dezelfde molens zijn als de molens uit 1560. Daarop is het bouwjaar gebaseerd.

Drie van de vier molens, waaronder deze, komen voor op de schets van de Dokkumer furie uit 1572 die De Robles liet maken (zie dbnr. 11591). Dat de vierde molen (de grote molen, dbnr. 14950) op het schetsje ontbreekt wil verder niets zeggen. Op de tekeningen van 1560 en 1616 komt die molen wel voor, op dezelfde positie.

Braun en Hogerberg hebben in 1581 ook een kaart van Dokkum uitgebracht. Die is echter gekopieerd van de kaart van Van Deventer en niet gebaseerd op eigen waarnemingen.

In 1582 werd de aanleg van de nieuwe vestingwerken rond Dokkum afgerond. Op de eerste kaart met die nieuwe vestingwerken van Nicolaes Geilekerck (en Ubbo Emmius?) uit 1616 zijn drie van de vier molens verdwenen, waaronder deze molen. Alleen de grote molen vinden we terug op de oorspronkelijke positie van 1560. Op de nieuwe vestingwerken staan dan vier standerdmolens (dus in totaal vijf molens op die kaart van Dokkum). Zonder twijfel zijn de drie verdwenen molens naar de nieuwe vestingwerken verplaatst, waarschijnlijk rond 1582. Zoals uit onderstaand register blijkt was de molen in ieder geval in of voor 1585 verdwenen.

Uitgaande van minimale verplaatsingen wordt dan verondersteld dat deze molen het meest waarschijnlijk terecht gekomen is op de Aalsumerpoortster dwinger als dbnr. 7802, hoewel het ook mogelijk is dat hij op de Kloosterdwinger terecht is gekomen als dbnr. 7801. Bewijs hiervoor ontbreekt.
-----

Een post uit het register van betalingsordonnanties uit het jaar 1585 heeft betrekking op de "oostermolen bij het bolwerk". Luitjen Cornelis en de timmerman Pieter Edes, die bekend zijn van de bouw van kerk en stadhuis, kregen op 17 december van dat jaar de somma van 70 daalders voor de overdracht van hun "gerechticheit van de oostermolenberg."

Bron: Noord-Oost-Friese korenmolens en hun molenaars, W.T. Keune, 1970.