In 1625 woonde Lieuwe Bakker (en molenaar?) op de molenaarshieminge bij de scheepswerf op de noordwesthoek van het gehucht Wiel, beoosten Beers.
Op 7 december 1657 verkochten Jelle Pieters, bakker, en Alle Feckesdochter de bakkerij en molen met toebehoren waaronder een schip, voor 1450 goudgulden aan Dirk Riemers, executeur in Beers, en Rixt Feckes. De verkopers hadden nog wel tot mei 1660 recht op vrij brood en woning.
Op 21 juni 1633 verkochten Jacob Hendrix en Lamckie Piers het bedrijf voor 1680 goudgulden aan Klaas Jans en Griet Jansdochter. In 1686 wordt melding gemaakt van Willem Folckerts als moleneigenaar.
In 1728 verkocht tenslotte Neeltie Daams, weduwe van Corn. Pijter, de molen voor 300 goudgulden aan Sipke Widmers, molenmaker te Rien, waarschijnlijk voor afbraak. In ieder geval stond de molen er in 1739 niet meer, want hij staat niet meer op de Nieuwe Caert van Frieslant uit dat jaar. Mogelijk moest de molen in opdracht van de provincie afgebroken worden omdat hij niet meer rendabel was.
Bronnen:
- Drie korenmolens in Baarderadeel, artikel door W. Nijlunsing in De Utskoat nr. 31. Met dank aan H. van der Kaay.
- Nogmaals de drie korenmolens in Baarderadeel, artikel door D.M. Bunskoeke in De Utskoat nr. 32, dec. 1983.
MHO
29 Juni 1728,
Sipke Widmers, molenmaker te Rien, koopt voor 300 goudgl. van Neeltje Daams, wed. van Corn. Pijters te Beers een windrogmolen in de gebuurte Wiel aldaar.
Stads- en dorpskroniek van Friesland I (1700-1800)
door Dr. G.A. Wumkes,
W.A. Eisma Cz., Leeuwarden, 1930