Molen De olde mollen, Harlingen/ Harns

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1543

verdwenen

na 1604

1560 , voor 1604

verplaatst naar

Harlingen/ Harns (Kerkpoortsmolen)

geschiedenis

Op de kaart van Jacob van Deventer (zie dbnr. 7721) uit ca. 1560 staan twee standerdmolens aangegeven (deze molen en dbnr. 7721). Deze molen stond op de hoek van de Schritsen (toen nog water) en de Spekmarkt. Op de kaart van Braun uit 1581 staan ze ook, maar dat logisch want die is volledig gebaseerd op de kaart van Van Deventer. Braun zal zelf nooit in Harlingen geweest zijn.

De Beneficiaalboeken van 1543 vermelden de twee korenmolens. Waarschijnlijk waren de molens toen gedeeld eigendom van stad en kerk. Voor de kerk brachten ze samen in dat jaar ongeveer 28 gouden guldens op. Eén van beide molens, waarschijnlijk deze (bron: Bunskoeke), werd in de boeken 'De olde mollen' genoemd en zal toen dus al vrij oud geweest zijn.

Een van beiden werd in 1566 verkocht aan Pauwels Jelles en Jets.

Jacob Seerps (overleden 1605), mogelijk de laatste molenaar, verkocht samen met zijn vrouw Bauck Pieters in 1605 een huis bij de 'Olde afgebroocken moelen'. In 1604 wordt ook gesproken over 'de zuijder affgebroocken muelen'. De weduwe Bauck gaat echter in 1606 een lening aan met als onderpand de Kerkpoortsmolen. Het is dus waarschijnlijk dat de molen daarnaartoe verplaatst is. Dat zou dan na de stadsuitbreiding in 1597 maar in of voor 1604 gebeurd zijn.

Bronnen o.a.:
Molens in en om Harlingen een rijke historie, door Tj. Severein, 1990. Met dank aan H. van der Kaay.
Het molenbestand in Friesland, een overzicht van het aantal der industriemolens in Frl. tot 1900, art. door drs. D.M. Bunskoeke in De Utskoat nr. 40, dec. 1985.
Molens, mensen, bedrijven, overzicht van vijf eeuwen Harlinger bedrijfsmolens op windkracht, drs. D.M. Bunskoeke, Beilen, 2016.