Molen van het Maria Klooster, Deurze

Deurze, Drenthe
v

korte karakteristiek

naam
Molen van het Maria Klooster
modeltype
Watermolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
beek
Deurzerdiep
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
07702
oude dbnr.
V5042
Meest recente aanpassing
| Streek

locatie

plaats
Deurze
plaatsaanduiding
op De Meulmaet
beek
Deurzerdiep
gemeente
Assen, Drenthe
streek
Kop van Drenthe
geo positie
X: 236979, Y: 556741
N: 52.99140, O: 6.60812

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
kenmerken
functie
gangwerk
wateras
rad
rad diameter
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis

.. Een andere mededeling over de periode waarbinnen een watermolen buiten bedrijf gesteld diende te zijn, treffen we aan in een orde van de Etstoel van 1527 het betrof de watermolen te Deurze. Deze molen behoorde aan het Maria klooster te Assen, dat in 1259 goederen te Deurze, waaronder een watermolen, had verworven. De uitspraak van de Etstoel betrof een geschil tussen de buren van Rolde en het klooster te Assen. Het geschil ging niet alleen over het gebruik van de watermolen, maar handelde ook over het aflaten van veenwater uit meerstallen en het onderhoud van het Deurzerdiep. In de periode van 1522 - 1536 viel Drenthe onder het gezag van de Hertog van Gelre. Hieruit valt te verklaren, dat voor het gebruik van de watermolen te Deurze de gewoonten zoals die in Gelderland golden werden voorgeschreven: "Und mytt die watermolen sullen sich die van Assen halden, als ment in lande van Gelre boven ind beneden a) halltt, to weeten, dat men die schutten tott Mey sal optrecken ind den tot Mey dat beruesten laiten, soe vere hett den naebuyren tott merklyecken hynder iss, biss tot senct Michael (29 september), Lambert (17 september) off ongeferlich; ind datt by eyn pene van tyn g.g."

a) boven ind beneden - overal

De watermolen van Deurze kon dus van eind september to de meimaand worden gebruikt. Een maand langer dan de watermolen van de Klencke. (Coevorden)

De buren van Rolde hadden eveneens geklaagd over het aflaten van veenwater door het klooster in de stroom. Waarschijnlijk voerde het klooster in perioden van watergebrek veen water aan om de molen in gebruik te houden. Het klooster had wellicht als eigenaar van de buurtschap de Witten de mogelijkheid om uit de meerstallen in de Wittervenen via het Witter-en Anreperdiep extra water aan te voeren. De bezwaren van de buren van Rolde zullen wel over de kwaliteit van het extra aangevoerde water hebben gegolden.

Het zure en voedselarme veenwater zal geen bijdrage hebben geleverd in de bemesting van de groenlanden, eerder zal het schade hebben berokkend. De Etstoel was voorzichtig in zijn uitspraak en wilde alvorens te oordelen de situatie ter plaatse in ogenschouw nemen:
"Voirt soe sy veene wateren ind andere ongewoentlijke merstallen uytgeleydt moigen hebben, derhalve sall men ses etten un eynen off twye geschickten byschicken opp den van Assen oiren koisten, om dat t toe besichtigen. Und dairnae dattet dan befonden wordtt; dattet scaede doett, sal ment scouwen, stoppen ind erkennen, neemantz dairaiff in scaede koeme"

Uit de tekst valt te begrijpen, dat het afstromen van veenwater uit de meerstallen als ongewoon, schadelijk en tegen de regels werd beschouwd.

jnjv. bron stellingnieuws nr 10 1985

De landerijen die behoorden bij het huis ’Te Campen’ kwamen steeds onder water te staan, waardoor deze verre van vruchtbaar waren. In verband daarmee vond er een ruiling plaats tussen de abdij en de Graaf van Bentheim. In de akte lezen we het volgende:
31 oktober 1259: Otto, Graaf van Bentheim keurt goed: de overdracht door Hako, zoon van wijlen Stephanus de Hardenberg, ridders, aan de St. Maria-abdij bij Couordia (Coevorden) , van de hof en de molen te Durse (Deurze) (...) in ruil voor het huis der Abdij Te Campen bij Couordia, door haar verkregen van Johannes Camping.
De hof in Deurze was in het jaar 1259 een landgoed met een – voor die tijd – aanzienlijke landhoeve en zoals gebruikelijk behoorde bij een aanzienlijke behuizing een eigen watermolen, die heeft gestaan op De Meulmaet.
Bron: Wikipedia.

aanvullingen

trivia

Voor de komst van windmolens zijn in Drenthe in de late middeleeuwen een aantal waterradmolens in gebruik geweest. Het oudste geschrift met een mededeling over zo'n molen dateert van 1259. In dit jaar verkreeg het klooster "Maria in Campis", dat toen nog in de nabijheid van Coevorden gehuisvest was, eigendommen in Deurze bij Assen. Tot deze eigendommen behoorde ook de watermolen in het Deurzerdiep (in 1830 werden de fundamenten hiervan blootgelegd). Voor bovengenoemd jaartal was er in Drenthe ook al een aantal van dergelijke molens in werking.

Bij opgravingen in Bronneger zijn resten van een watermolen gevonden die dateren uit de 10 of 11e eeuw.
-----

De locatie is gebaseerd op een verbreding (oud molenwiel?) in de oude loop van het Deurzer Diep, die zichtbaar is op de kadasterkaart Assen D (1) van 1832.