Molen De Vlijt (1e voorganger), Meppel

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1753

verdwenen

1765

verbrand

opvolger

Meppel (De Vlijt (2e voorganger))

geschiedenis

In 1753 verkreeg de Meppeler koopman Lambert Kniphorst octrooi voor het Dieverder Dingspel gedurende dertig jaar voor het oprichten van een pelmolen, onder de voorwaarde dat de molen binnen twee jaar gereed was.
Waarschijnlijk was dit de eerste Meppeler pelmolen.
In of kort voor 1765 brandde de molen 'door een ongeluk' af en Kniphorst voelde niet voor herbouw, maar Dr. Johannes Horstenius te Meppel trad in zijn plaats en verkreeg met toestemming van Kniphorst, op 13 februari 1766 van Drost en Gedeputeerden octrooi voor het Dieverder Dingspel voor de tijd van dertig jaar, mits de molen binnen een jaar en zes weken werd gebouwd.

Bron: Nieuwe Drentsche Volksalmanak 1968, blz. 75.
jnjv
-----

1.
In 1753 werd in deze gemeente een pelmolen gebouwd, waarschijnlijk een standerdmolen, die in 1765 door een ongeluk afbrandde.

2.
Het jaar daarop verrees een nieuwe standerdmolen die voor 1830 wederom afbrandde.

3.
De opvolger was een achtkante bovenkruier met stelling, ingericht als pel en runmolen.
In de nacht van 21 op 22 Mei 1858 ging niet alleen de molen in vlammen op, maar ook het molenaarshuis, de grutterij, de winkel de knechtswoning en een tweetal belendende huizen.

4.
Nog in hetzelfde jaar volgde de herbouw in de vorm van een ronde stenen bovenkruier op het hoge achtkanten onderstuk.
De kap is afgedekt met gegalvaniseerde platen.
In 1933 worden de roeden verwijderd en in 1938 de stelling.
In 1965 verdween het grootste gedeelte van de bovenbouw

Jerry Vondeling.