In de 15e eeuw stond er al een molen, die toen voor 2/3 deel eigendom was van Anna van Bourgondië.
Tijdens het beleg van Middelburg in 1572 moest de molen het ontgelden.
In 1591 werd er een nieuwe molen gebouwd.
Op de kaart van Hattinga uit 1750 zien we hem staan aan de zuidoostkant van het dorp aan de weg naar Middelburg.
De molen was in eigendom van de ambachtsheer van Buttinge, die de onderhoudskosten daarvoor ook moest betalen. Helaas was hij niet erg geïnteresseerd in de molen en hield hij de hand op de knip als het er op aan kwam. Hierdoor stond de molen er niet altijd zo best bij.
Tot drie keer toe waaide de molen om, te weten in 1622, 1675, en in 1735.
In dat laatste jaar werd door de Middelburgse timmerman Jan van Krochten voor eigen rekening een nieuwe molen gebouwd want de ambachtsheer zag er geen brood meer in.
Na Van Krochten wisselt de molen snel van eigenaars. In 1750 komt hij in bezit van Willem Revers. Deze huurde ook de molens van Meliskerke en Grijpskerke.
Als Revers de molen in 1761 verkoopt, is deze alweer in slechte staat. Een end van het gevlucht is afgevallen (een borstroede) en deze dient eerst te worden gerepareerd.
Koper is Pieter Callewaart die in die tijd meerdere bezittingen heeft rondom Buttinge.
Hij is eigenaar tot 21 augustus 1780, dan word de molen verkocht voor ruim 90 ponden aan Jan Ouwelande. Vijf jaar later gaat hij weer van de hand voor het zelfde bedrag, Markus de Moor is de nieuwe eigenaar. Behalve de molen kocht hij ook een huis waarin hij een herberg begint onder de naam "Land van Belofte" om zijn karige inkomsten uit de molen wat aan te vullen. Later komen we hem tegen als molenaar te ’s Gravenpolder.
In 1791 worden huis, erf en molen samen verkocht aan Roelof Smit. Zijn molenaarschap eindigt in 1794 als de "bestuurderen der stad Middelburg" de molen per decreet verkopen. Blijkbaar is onze Roelof failliet gegaan. Molen, huis en erf leveren slechts 85 ponden op, nieuwe eigenaar wordt Hubregt Erdecaing. In 1797 is wederom een eigenaarswisseling, Erdecaing heeft dan de helft in bezit, de andere helft is van Pieter de Koning. Beiden verkopen dan hun deel aan Anthony de Wind voor een totaal van 110 ponden.
Anthony de Wind, die leefde van 1753 tot 1824, was raadslid van de stad Middelburg en wordt in 1797 aangeduid als koopman. Hij bemaalde de molen niet zelf, in 1794 was Willem Andriesse, toen 63 jaar oud, als molenaar naar Buttinge gekomen. Vermoedelijk was dit dezelfde die van 1756 tot 1766 molenaar in Aagtekerke is geweest.
De eigenaars volgen elkaar snel op. 24 Maart 1800 Cornelis Krijger en in februari 1801 Gerard Ramond. Ramond was al bekend met de molens want van 1768 tot 1783 was hij eigenaar en molenaar op de Pere te West-Souburg. Ook had hij daar een herberg genaamd " ’t molentje".
In 1798 woonde hij in Middelburg-ambachten, bij de "Vlissingse Slagboom" en is hij winkelier. In 1812 wordt hij nog vermeld als inwoner van Middelburg, hij is dan 80 jaar oud. Ondanks dat de Buttingse molen de storm van 9 november 1800 overleefde heeft hij daarna toch niet lang meer bestaan, want in 1808 word enkel nog gesproken van een huis met de naam "Land van Belofte". De molen moet dus zijn verdwenen tussen 1801 en 1808. Op een kaart van 1838 word de standplaats nog aangeduid als ,,molenberg". Heden ten dage is er nog een boerderij waarvan de naam ,,molenzicht" de herinnering aan de molen levend houdt. Een tiental jaren gelden is een moderne molen geplaatst voor de opwekking van elektriciteit, die zich mag verheugen op de nabijheid van de historische molenlocatie
Informatie van Michel Dellebeke, 11 juni 2008
A.J. Wisse , MD
Bronnen: De wete januari 1995, blz. 25-27
www.zeeuwengezocht.nl
De veldnamen van Grijpskerke enz….. : 2006
Rekeningen ambachtsheerlijkheid Buttinge, Zeeuws Archief, Middelburg.
Uit herstelrekeningen uit de 17e en 18e eeuw is op te maken dat het een kleine standerdmolen was, rood geschilderd met schaliën op de kap en de borst.
Hij stond op teerlingen van grauwe moppen die wit waren gekalkt. Het gevlucht bestond uit één doorgaande houten roede en één borstroede. De penbalk was 9,5 voet lang.