Molen Korenlust (voorganger), Stellendam

Stellendam, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Korenlust (voorganger)
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
07459
oude dbnr.
V4351
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Stellendam
plaatsaanduiding
op de Spuikade/thans Molenkade 3
gemeente
Goeree-Overflakkee, Zuid-Holland
streek
Goeree-Overflakkee
kadastrale aanduiding 1811-1832
Stellendam B (1) 94 Sara Stoutgesdijk, koornmolenaarster (Regt van Opstal)
geo positie
X: 61459, Y: 425056
N: 51.80629, O: 4.03087

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
vervangen
geschiedenis
De eerste molenaar van de standerdmolen in Stellendam heette Marienus Bibbe.
Marinus Bibbe werd geboren in 1799 en was lid van een echte molenaarsfamilie. Zijn vader was molenaarsknecht in Zierikzee, zijn grootvader molenaar in Oosterland en een broer van Marienus was eveneens in het molenaarsvak werkzaam. Zijn moeder Pieternella van der Weele, was de dochter van een korenmolenaar.
In 1819 trouwde Marienus Bibbe te Ouwerkerk met de even oude Janna Bruin, dochter van een hoefsmid.
In 1820 liet Marienus Bibbe te Stellendam deze standerdkorenmolen bouwen van een type dat ook in Ouddorp stond en later naar Brouwershaven is verhuisd. De Spuikade werd door de Generale Dijkagie verhuurd voor begrazing en het lijkt erop dat de combinatie van malende wieken en grazende koeien voor incidenten heeft gezorgd.
Toen Marienus in 1823 grond vroeg voor de bouw van een huis bij de molen, kreeg hij toestemming op voorwaarde dat hij de molen, erf en huis liet omheinen.
De notulen van de vergadering van het bestuur van de Generale Dijkagie van 5 maart 1823 berichtten:
"Wijders is ingevolge het besluit van H.H. Geïnteresseerden de dato 7 september 1819, aan de Molenaar de grond voor een huis en tuin annex de molen aangewezen onder beding dit terrein zoowel als de plaats waarop de molen is gesticht ten genoegen van het Dijkcollege te omheinen teneinde de beesten aan den Dijk loopende voor gevaar te beveiligen en de minste onaangenaamheden met de huurders van gemelden dijk voor te komen."

Marienus Bibbe en zijn vrouw Janna kregen drie kinderen, een dochter in 1822, een zoon in 1824 en nog een zoon in 1828. Helaas duurde het huwelijk niet lang.
Eind 1828 overleed Janna Bruin. Een half jaar daarvoor had de familie Bibbe de molen verkocht.

Op 10 april 1828 werd voor een bedrag van fl 5.700,00 de molen verkocht aan Sara Stoutjesdijk, weduwe van Pieter Klippel, landbouweresse te Stavenisse.
Zij kocht de molen met een doel. Een week voor deze koop gesloten werd, was haar 21 jarige dochter Sara Johanna van Klippel te Stavenisse getrouwd met Johannes Slagboom, molenaarsknecht in Stavenisse. Johannes Slagboom werd in 1801 te Ouwerkerk geboren. Zijn vader Jozua Slagboom was in 1828 molenaar in Noordwelle.
Kort na hun huwelijk verhuisden Johannes en Sara Johanna naar Stellendam, waar ze acht kinderen kregen waarvan er 2 na de geboorte overleden waren.
Op 11 november 1833 kochten Johannes en Sara de molen van moeder Sara Stoutjesdijk.
In het najaar van 1836 werd de molen dooe een hevige storm ongeveer 12 duim van de fundering verschoven. Stellendam had tegen ieders verwachting in gelukkig geen noemenswaardige schade van het water.
Johannes Slagboom overleed in 1841.
In 1842 kwam molenaarsknecht Maarten Lems, uit Oud-Vossemeer op de molen werken. Sara ging in 1844 met vier kinderen terug naar Stavenisse, nadat ze de molen openbaar had laten verkopen.

De molen werd op 28 september 1844 verkocht aan Elizabeth Nagtegaal-Schaaf.
Elizabeth, geboren in 1794 te Melissant, trouwde op 2 september 1820 met Paulus Nagtegaal, bakker van Melissant.
Zij kregen een dochter Elizabeth en een zoon Jacob. In 1848 overleed de veel oudere Paulus.
De molen maalde ook het graan van Melissant, die tussen 1700 en 1730 zijn molen kwijt raakte.
Jacob Nagtegaal ging dus een goede toekomst tegemoet. Er werd een molenaarsknecht aangenomen.
Jacob Nagtegaal trouwde in 1851 met Anna Zaaijer uit Dirksland.
Anna Zaaijer werd geboren in 1824 te Dirksland, dochter van Johannes Gerritsz. Zaaijer en Gijsje van Bruinisse. Johannes was een welgestelde boer.

In 1856 lieten de Nagtegalen de ouderwetse houten standerdmolen vervangen door een nieuwer type. Een ronde stenen stellingmolen. De eerste steen werd gelegd op 9 maart 1856 door het oudste kleinkind van Elizabeth Schaaf.

Bron: Boekje 'Korenmolen Korenlust'., ISBN 90-9013869-2.

aanvullingen

trivia
De nog bestaande molen Korenlust is de opvolger van deze molen.
Veel onderdelen van deze standerdmolen zijn verwerk in de huidige molen.
Zo is de hanetree gemaakt van een kapspant van de standerdmolen.
een kruisplaat waarin de inkepingen van de steekbanden duidelijk te zien zijn, zit verwerkt in de vloer van de 1e zolder.
-----

De middenbalk is de voormalige windpeluw van de standerdmolen. Bevestigingsplaatsen van keer- en weerstijl nog herkenbaar. Verdere hergebruikte onderdelen: kruisplaat gebruikt als zolderbalk voor pelzolder, draagbanken steenzolder: daklijst en de beide hoekstijlen trapbint, helft van de zetel nog aanwezig (gebruikt als vulhout voor pelzolder?), voormalige kapspanten van standmolen nu gebruikt als gordingen en hoekstijlen voorkeuvelens, gedeelte van houten roe. Restanten van pelwerk nog herkenbaar/aanwezig. Het vervangen raamwerk van 15-er steen nog aanwezig, waarschijnlijk afkomstig uit voorganger omdat draairichting oorspronkelijk tegengesteld was aan die van een steen in een bovenkruier, later voorzien van 2e gat tbv uitloop.
Wim Ziekman, molenaar van De Korenlust te Stellendam, 29 juli 2010.