Molen De Hoop, Weesp

Weesp, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Hoop
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
moutmolen, pelmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
07455
oude dbnr.
V4330
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Weesp
gemeente
Amsterdam, Noord-Holland
streek
Vechtstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Weesp B (1) 40 Jan Peelen & Comp.
geo positie
X: 131736, Y: 480309
N: 52.31025, O: 5.04607

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
afgebroken
geschiedenis
Jan Peelen, Jan Jacobsz. Thuret en Jacob van der Heij kregen op 7 juli 1772 toestemming een nieuwe achtkante korenmolen te bouwen op de plaats van de door hen gesloopte De Bock off de Vijff Sinnen.

Een stichtingsakte voor het molenbedrijf is opgesteld in mei 1773 'op de molen' waarbij de drie eigenaars zich ertoe verplichtten de molen voldoende werk te bezorgen. Duidelijk blijkt dat de molen alleen maalde voor branderijen en dus een moutmolen was. Reeds in 1773 overleed Van der Heij en werd zijn deel door zijn weduwe voor 4000 gulden verkocht aan de andere twee.

De helft van Thuret werd op 2 april 1785 verkocht aan Abraham d'Arrest voor 5200 gulden, kosten koper. D'Arrest overleed in 1791 en zijn helft werd verkocht aan Jan Peelen (eigenaar van de andere helft), Joh. van Keetel, Barent Peelen (zoon van) en Abraham Linguis. Jaarlijks werd 4 gulden windrecht voor de molen betaald.

Jan Peelen overleed in 1810 en zijn zoon Barent erfde zijn deel. In 1815 was Barent kennelijk volledig eigenaar van de molen, want hij verkocht hem toen via een tussenpersoon aan Maas du Four (moutmolenaar), Jan Peelen (wijnverkoper), Abraham Schreuder (meester metselaar) en Cornelis Bellaar Reinink (meester timmerman en molenmaker), samen 'een compagnonschap van koornmaalderij en pelderij'. In 1824 erfde Adriaan de Haan, meester loodgieter, het deel van Du Four en de naam van het compagnonschap werd 'firma J. Peelen en compagnie'.

Op 29 januari 1831 kocht Bellaar Reinink de delen van Schreuder en de overleden Peelen en werd voor 3/4 eigenaar van de pelmolen. De Haan verkocht op dezelfde dag zijn 1/4 aan makelaar Jan Vastwijk.

De molen werd in of kort na 1833 tot stellinghoogte afgebroken, waarom is niet bekend. De stenen onderbouw werd verkocht aan Pieter Verschuur uit Muiden, die er een kalkbranderij in begon.

Bron: "Weesper Molens. Weesp, Wind, Wieken, Werk", Geeske S. Koeman-Poel, 1982.

Volgens de kadasterkaart 1811-1832 was dit een moutmolen, volgens de OAT een pelmolen.