Molen Korenmolen van Haastrecht, Haastrecht

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1551

verdwenen

voor 1811

opvolger

Haastrecht (De Moor)

geschiedenis

Op 23 juli 1551 werd voor de erfpachtsom van 6 pond een windbrief (het recht om een molen te mogen bouwen en exploiteren) voor een windkorenmolen te Haastrecht verstrekt aan Dirck en Lucas Gerritsz., poorters van Haastrecht.

Op 25 januari 1582 werd voor de erfpachtsom van 3 pond een windbrief voor een korenmolen te Haastrecht verstrekt aan Claes Gerritsz., poorter van Haastrecht.
Bron en algemene informatie: www.gahetna.nl, index Grafelijkheidsrekenkamer: windrechten (molens).

Waarschijnlijk betreft het in beide gevallen dezelfde molen, maar helemaal zeker is het niet.

De eerste vermelding in de archieven vinden we in 1692, dan verkoopt Pieter Joosten van Roon een huis en erf dat volgens betreffende koopakte “bij de korenmolen” stond.
De weduwe van Pieter Joosten, Trijntje Panken Vermeul, werd genoemd op de eerste vermelding in de archieven van 1692, dan verkoopt Pieter Joosten van Roon een huis en erf dat volgens betreffende koopakte “bij de korenmolen” stond.

De weduwe van Pieter Joosten, Trijntje Panken Vermeul, was op de molen blijven wonen, maar in 1699 verkoopt ze die aan Arij Jansen de Groot.
De gehele inventaris wordt opgesomd: een paar molenstenen, seilen, touwen, handbomen, bille, rollen, wiggen enz. (bille waren gereedschappen waarmee de groeven op de maalvlakte van de stenen aangescherpt werden).

De Groot hield de molen maar drie jaar, in 1702 doet hij de molen over aan Zier Jaspersz Schieveen uit Overschie. Zes jaar later verkoopt Rogier, zoon van Zier Schieveen, die inmiddels schepen van Haastrecht is, de molen aan Hendrik Willemsz Huurman uit Ouderkerk. Bovendien verkoopt hij huis en erf met de bijbehorende boomgaard.

Pas in 1726 is er melding van de verkoop van de molen aan Jan Dirkszwager, die zich vanuit Hazerswoude in Haastrecht vestigde. In 1739 wordt Aart Nieuwburg de nieuwe molenaar.

In 1798 doet Aart de molen over aan Gijsbert Spruijt uit Noord-Waddinxveen. Als hij overlijdt houdt zijn weduwe nog tot 1831 de molen in bedrijf en volgt er een publieke veiling.

In de volkstelling van 1829 staat Maria Spruijt vermeld als “koornmolenaar”, zij is dan 67 jaar oud en woont: Hoogstraat 106

Een krantenartikel uit 1797 maakt melding van een poging tot sabotage van de molen. Men is bezig om de roeden te vervangen. ’s Morgens komt men erachter dat iemand heeft geprobeerd de lange houten roeden in brand te steken, hetgeen niet gelukt is. In de beschrijving staat, dat het de enige koren- en runmolen is binnen Haastrecht. In deze molen werd dus behalve koren ook run (gemalen eikenschors) geproduceerd.


Goudasche courant, 13 september 1797

BAILLUW en SCHEPENEN der Steede en Landen van HAASTREGT, zynde aangeweezen dat men (zeer zeeker met een kwaadaardig oogmerk) aan beide de einden van een Moolen - Asch, die op de Molenverf van de polder beneeden Haastrecht gereed lag, om ingestooken te worden , eenig vuurgelegd heeft, 't geen wel eenige spaanderen heeft aangestooken, maar nog gelukkig is uitgedooft, .onder de Moolen - Asch benadeeld of de Moolen te hebben in brand gezet; en nadien 'er de Justitie aangelegen legt, dat zodanige Misdaadigers worden, aangewezen en gestraft. zoo belooven BAILLUW en SCHEEPENEN voorn., met goed vinden van de POLDERMEESTER van beneeden HAASTRECHT, van EEN HONDERT EN VYFTIG GULDENS aan den geenen die den Daader of Daaders van het Fait weeten aantewyzen, zoodanig, dat zy in handen van de Justitie geraaken, en van de misdaad overtuigd worden, zullende des Aanbrengers naam, des begeerende, worden gefecreteerd.

HAASTRECHT, den 10 September 1797

Uit Naam van Bailluw en Schepenen voorn. JAN NAN NOOTEN, Secretaris

nog waarneembaar