Molen Grutterij aan het Schouteneinde, Puttershoek

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1832

>

verdwenen

circa 1959

1920 onttakeld 1959 afgebroken

geschiedenis

In 1824 vestigde Pieter Vrijland zich te Puttershoek. Hij begon [later?] in het pand nr. 23 een grutterij (*).
Pieter Vrijland overleed op 25 mei 1850, zijn zoon Hendrik Johan nam de zaak over. Deze stierf op 33-jarige leeftijd op 4 januari 1864. De grutterij werd toen voortgezet door Johannis Spaan.

Naast de cirkel waar het paard rondliep, was de grutterij met de werktuigen zoals maalstenen, zeven en wanmolen.
Aan de voorkant waren een winkeltje en de woonruimtes.
Vanaf 4 oktober 1872 nam Boudewijn Spaan de grutterij over, zijn vader Johannis vertrok in 1912 naar het naastgelegen pand nr. 44 [?] en overleed in 1924.
In 1918 werd vergunning verleend voor het plaatsen van een benzinemotor in plaats van de paardenaandrijving.

Het gebouw werd in 1959 afgebroken om plaats te maken voor de Rabobank, nu politiebureau [nu Hoeksche Waard Omroep?].
Bron: Het verhaal van de korenmolen, later "De Lelie", Puttershoek.

In 1920 wordt het beroep van Spaans in het bevolkingsregister doorgehaald en vervangen door winkelier. De molen zal vanaf die tijd of eerder, niet meer gemalen hebben.

Nieuwsblad voor de Hoeksche Waard en IJselmonde, 5 oktober 1959

PUTTERSHOEK ' Een van de oudste woningen onder de slopershamer
In ons blad van woensdag 16 september gaven wij onder de kop:
„In Puttershoek wordt modern bankgebouw opgetrokken”, “ naast een opsomming van de panden die in de loop van dit jaar in het Schouteneinde onder slopershanden vielen, ook een overzicht van de opeenvolgende bezitters van het perceel, waarop na afbraak van het daarop staande oude pand (voormalige grutterij) thans het gemelde bankgebouw zijn voltooiing nadert.
In samenhang met de daarmede beoogde en ook zeer gewenste verbreding van het Schouteneinde, die ter plaatse door de bouw van de bank mogelijk is geworden, is men dezer dagen ook begonnen met de afbraak van de woning Schouteneinde 24, die een paar jaren geleden onbewoonbaar werd verklaard, en nu als pakhuis van je het daarnaast gelegen loodgietersbedrijf van de heer F. Seton dienst deed.
Omdat het hier wederom het verdwijnen van een der oudste woningen in het dorp betreft, hebben wij een onderzoek ingesteld naar de vroegere bezitters.
Hierbij bleek, dat Bastiaen Janse, die in 1629 als eigenaar werd vermeld, zijn eigendomsrecht op 26 juni 1640 overdeed aan Joost Ariensz.
Zijn opvolgster was Wilemijntje (van) Nuijssenburg, die het pand, als weduwe van Govert Matthijse, op 19 juli 1668 voor f 630,-- overdroeg aan Pieter Janz. Hartigsvelt. Van deze ging het op 17 november 1681 voor f 500,— over op Leendert Gorisse Cooijman