In de Limburgse gemeente Stein staat de ruïne van een der oudste burchten van Nederland. Bij dit kasteel behoorden ook uitgestrekte landgoederen, waarbij ook een windmolen en een watermolen behoorden. De watermolen lag in de onmiddellijke nabijheid van het kasteel in het buurtschap Keerend en werd aangedreven door de Putbeek die zijn oorsprong had in de omgeving van Elsloo en in noordelijke richting stroomde en bij Urmond in de Maas uitmondde.
De watermolen en de windmolen behoorden in de Franse Tijd tot het Heerengoed Stein van de graven de Wickenburg. In 1829 werd het Heerengoed Stein door Mathijs Constantijn de Wickenburg, samen met de beide molens, verkocht aan Joseph Maximiliaan Hyacinthe de Jaer te Luik. Na zijn dood en later de dood van zijn weduwe Marie Eleanore de Jaer-Grisard, kwam het kasteel, de watermolen en de windmolen met alle belendende percelen door successie in bezit van Bernard Antoine Lambert Grisard, grondeigenaar te Luik. Eveneens door successie kwamen deze bezittingen in eigendom van Antoine Wauters en Edouard Wauters, beiden te Luik, elk werd voor de helft eigenaar.
De stenen molen had een waterrad met een middellijn van 4,18 m en een breedte van 0,59 m. Omstreeks de eeuwwisseling zijn het waterrad en de maalinrichting verwijderd.
De molen heeft tot 1910 toebehoord aan de eigenaren van het kasteel en is waarschijnlijk aan het einde van de 19e eeuw uit bedrijf genomen. In 1918 is bij de verkoop van de percelen bij de molen geen sprake meer van de molen en hieruit moet dan ook worden geconcludeerd dat deze voor die tijd al was afgebroken.
Het schilderij van Pluyste Geenen, moet de watermolen van Stein voorstellen, waarop deze schilder de vm molen baseerde is niet duidelijk, is het fantasie of is er een afbeelding van de molen die hij gebruikte als voorbeeld. Het gebouw lijkt totaal niet op het nog aanwezige gebouw.
De heer Hen Breuls heeft de afbeelding ingestuurd, en hij heeft het ook doorgestuurd naar de heemkundekring aldaar.
De vm watermolen werd gevoed door de Putbeek.
Oorspronkelijk heette een put (bron) aan de zuidwestkant van Stein, aan de voet van het plateau langs een beek de Sonnenputz De Putbeek. Later werd het de Zonput maar die put was dus een bron die de beek de Putbeek voedde. De Putbeek zelf voedde onder andere de Ur die in Urmond in de Maas uitmondt