Molen Oog In 't Zeil (1e voorganger), Cothen

Cothen, Utrecht
v

korte karakteristiek

naam
Oog In 't Zeil (1e voorganger)
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen, oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06925
oude dbnr.
V936
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Cothen
plaatsaanduiding
vrijwel op dezelfde plek als de huidige molen
gemeente
Wijk bij Duurstede, Utrecht
streek
Kromme Rijnstreek
geo positie
X: 149784, Y: 445545
N: 51.99826, O: 5.31125

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis

In 1368 was er sprake van een molen te Cothen. Het manuaal van de Johannieters te Utrecht situeerde in dat jaar hun bezit te Cothen, zijnde de Rijsbrugghen hofstede. Ook in 1389 werd de molen genoemd.
Op twee kaarten van de kleine meent te Cothen uit ca. 1560 en ca. 1640 staat de molen aan de Dorpsstraat, nabij de weg naar Langbroek getekend.
17-12-1616: Willem Jansz, molenaar volgens archief Rhenen. Willem Jansz, molenaar te Cothen gebruikte in 1588 van de Domproost 24 morgen. De molen was een thinsgoed van de domproosdij te Utrecht cq vestiging Doorn??.

In 1666 werd er ook een rosmolen bij de molen (Tenbruggencatenummer 08571) genoemd, de molen en rosmolen werden toen geleend door Antonie Sweertsz Bouwmeester.

In 1676 volgde zijn schoonzoon Antoni Haerman hem op als molenaar. Antoni Haerman, die gehuwd was met Margaretha overleed al binnen enkele jaren. Zij hertrouwde in 1683. De boedel van haar vader werd tussen haar en haar zus verdeeld, waardoor Margaretha de molen kreeg.

Margaretha's tweede echtgenoot Huybert de Vries, werd toen molenaar van Cothen tot zijn overlijden in 1695. Margaretha hertrouwde in 1695 met Theunis Roelofsen van Ingen. Dit huwelijk duurde slechts 5 jaar. Na het overlijden van Margaretha kwam de molen in 1700 toe aan haar oudste zoon Tonis Antonisse Haerman, die reeds molenaar te Cothen was.

10-08-1706: Copie waarbij voor de stadhouder van lenen en tinsen van de Domproosdij Anthonis Anthonisz. Haermans (molenaar tot Cothen) verklaart f500 schuldig te zijn aan Cornelius Dellius (predikant tot Cothen) met als onderpand een wind- en rosmolen onder Cothen met 4 hont land, zijnde tinsgoed van de Domproosdij waarmee hij 23-04-1683 is verlijd
26-05-1711: Anthony Anthonisz. Haermans (molenaar tot Cothen) onderpand een wind- en rosmolen te Cothen.

1722: In 1719 wordt voor het laatst melding gemaakt in het doopboek dat Theunis Antonisse Haerman molenaar was van Cothen. In december 1721 is hij vertrokken wegens financiële problemen.
Jacob Woertman, de curator van Theunis, verkocht de molen met het woonhuis in 1722 aan Gerrit van Maurik. Nadat Gerrit overleed in 1755 zette zijn weduwe Swaantje van Hattem het bedrijf voort tot zij overleed in 1757. De erven verkochten de molen aan molenaar / smid Antony van Kooten.

1772: In 1772 verkocht hij de molen aan Fredrik Bruyn.

1773: Rijck van Eck koopt een molen in Cothen uit de desolate boedel van Frederick de Bruyn. De molen is
een leen van het Domkapittel. Met deze koop begon een tijdperk van twee eeuwen (tot 1980) waarin
onafgebroken de familie Van Eck de molen bemaalde.

23-06-1777: Verklaring dat hy zonodig ten behoeve van Jan Jacob van Westrenen, raad in de vroedschap van Utrecht, ter voldoening van plecht naast molen extra verbindt huis met land onder Cothen, erfpachtgoed van kapittel St Pieter te Utrecht, of naar keuze een plecht groot f 800,- overdraagt verklaarder:  Ryk van Eck

23-06-1777: Rijk van Eck (gerechtsbode te Cothen) , mr. Smit te Cothen, verklaart dat hij boven en behalve
de windkoorn en olijmolen aldaar, door hem onlangs uit de insolvente boedel van Frederick de Bruijn
aangekocht...;

18-12-1782: Rijk van Eck verkocht de molen en oliemolen in "erfkoop" aan zijn zoon Gerrit van Eck.

Rond 1800 verving Gerrit de oude standerdmolen door een nieuwe houten molen, waarschijnlijk een
grondzeiler. Gerrit overleed in 1822 waarna Jan van Eck de leiding overnam. 

Bron: Hist.Kring "Tussen Rijn en Lek", december 2006 40-4, blz 68-72.
Ing. G.B.H. Woudenberg, 5 maart 2007.

Informatie van Dré van dijk

aanvullingen

trivia

Deze standerdmolen staat ook vermeld op een kaart van het Domkapittel uit 1540.
Willem van Breenen.