Molen Zuiderpoortsmolen / Zuidermolen, Harlingen/ Harns

Harlingen/ Harns, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Zuiderpoortsmolen / Zuidermolen
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06904 z
oude dbnr.
V7691
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 06904 z Zuiderpoortsmolen / Zuidermolen (Harlingen/ Harns)
Jacob Lous (Laurentij), 1610, het noorden links

locatie

plaats
Harlingen/ Harns
plaatsaanduiding
op het zuidwestelijke bolwerk
gemeente
Harlingen, Fryslân
kadastrale aanduiding 1811-1832
Harlingen A (2) 1972 Inne Innes Wijga, rogmolenaar
geo positie
X: 156801, Y: 576117
N: 53.17174, O: 5.41414

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
circa
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
De eerste indirecte indicatie van het bestaan van deze molen is wanneer in 1598 ene Foockele Sipckes mollenaer genoemd wordt. Dezelfde ging 7 jaar later op 2 mei 1605 met zijn vrouw Magdalena Joris een lening aan waarin de molen voor het eerst expliciet genoemd wordt. Zij geven hun helft in de molen staande buiten de oude Zuidpoort in onderpand. De molen stond op een dwinger die was gebouwd bij de stadsuitleg van 1597, dus 1598 is het waarschijnlijke bouwjaar van de molen.

Op kaarten van 1610 (Jacob Lous) en 1649 (Johan Blaeu) staat deze standerdmolen aangegeven op de hoek van de tegenwoordige Nutstraat (toen Meulenstraat) en de Dwarsstraat. De eerste bebouwing aan de Dwarsstraat wordt al aangegeven op de kaart van Lous.

De molen was meestal eigendom van twee eigenaren, elk voor de helft. Bunskoeke heeft een groot deel van de eigenaren van molenhelften achterhaald via leenbrieven. Het was daarin meestal niet duidelijk van wie de helft verkregen was. De volgende lijst geeft eigenaren van de molen(-helften) voor zover bekend. Jaartallen zijn genoemd in de aktes, eigendom kon al eerder verworven zijn:

1609 (of eerder) Marten Aelis en zijn vrouw Hilcke Taeckedochter: ½ (verworven van Foockele)
1610 Jacob Jacobs en zijn vrouw Aaght Willems: ½ (Marten Aelis bezat de andere helft)
1617 Johannes Jacobs: ½ (geërfd van Jacob)
1624 Sijbe Uulbes en zijn vrouw Bauk Hoijtedr: ½
1632 Jacob Petersen en zijn vrouw Claeske Juckes: ½ (gekocht van Eelcke Hoijtes, mogelijk familie van Bauk)
Jacob en Claeske woonden bij de houtmolen buiten de Franekerpijp, ook voor de helft hun eigendom.
1633 broers Sipcke Keimpis (getrouwd met Ricktie Jikes): ½ en Rinse Keimpis (getrouwd met Aetie Sijbes): ½
Rinse had zijn molen buiten de Blauwpoort bij Bolsward (waarschijnlijk dbnr. 14943) geruild met de twee helften van Jacob en Claeske.
1654 (of kort daarvoor) Cornelis Pijtters en zijn vrouw Bauck Jarichs: ½
1655 – 1663 (of later) Jetze Jelles en zijn vrouw Pitrick Jans: ½
1663 – 1671 Sjouke Didderts en zijn 1e vrouw Lioeds Tjaardts, later met zijn 2e vrouw Tijttie Everts: ½
1671 Gerben Freercks en zijn vrouw Trijnie Tijttes: ½ (gekocht van Sjouke)
1692-1699 Rienck Jans, onbekend aandeel
1706 Baltus Johannes, onbekend aandeel
1715 (tot) Tijs Gerrits (na zijn dood zijn erfgenamen tot 1716), onbekend aandeel
1716 - 1737 Gerrit Baltus (zoon van bovengenoemde Baltus), onbekend aandeel
1719 Jan Heerts, onbekend aandeel

Jan Heerts liet in 1719 bij de molen aantekenen ‘staet stil’. Severijn verondersteld dat omstreeks deze tijd de standerdmolen vervangen is door een bovenkruier. De veronderstelling is mogelijk gebaseerd op deze aantekening, danwel de gevolgen daarvan in de stadsrekening. Van een vervanging is feitelijk echter niets gebleken. Op de eerste kadastrale kaart van Harlingen uit 1827 staat de voet van een gesloten standerdmolen ingetekend.

1737 Jan Freerks: ½; Albert (Allert) Gerrits en zijn vrouw Sytske Tjallings: ½ (gekocht van Gerrit)
1746 - 1771 Aaltje Jans: ½ (gekocht van Albert)
1760 of eerder - 1771 Gerrijt Willems, getrouwd met Janke Harmens: ½
1771 – 1779 houthandelaar Pieter Freerks: ½ (gekocht van Aaltje). Een familielid van Pieter, waarschijnlijk zijn vader, was betrokken bij zaagmolen De Hoop.
1771 Cornelis Ennes Wijga: ½ (gekocht op een openbare veiling uit de nalatenschap van Gerrijt). Cornelis kocht vanaf 1779 delen van de andere helft van de molen van de erfgenamen van Pieter en verwierf uiteindelijk de hele molen.
1791-1801 Tjietske Clases Backer, weduwe van Cornelis, hele molen
1801-1811 Ludolph Reinier Wentholt, hele molen
1811-1839 Inne Innes Wijga, hele molen (ook betrokken bij de Bildtpoortsmolen, de Noordermolen en de Makkumer korenmolen).
1839-1845 Attje Pieters Bos (weduwe van Inne) en Pieter Innes Wijga (zoon van Inne): hele molen. Pieter was getrouwd met Vrouwkje Sietzes Beidschat, zus van houtzager Simon van molen De Valk).
1845-1852 David Jans Sluiter, hele molen
1852 Wytse Hettes Hettema, zijn zoon Hette Wytses Hettema en Rinse Abrahams de Ruyter; hele molen (uit de failliete boedel van Sluiter).

David Jans Sluiter was ook eigenaar van molen De Leeuw) bij de Kerkpoort. Toen hij failliet ging, werden in 1852 beide molens verkocht aan de Hettema’s c.s. Nog in 1852 werd de standerdmolen gesloopt en werd De Leeuw van de Kerkpoort naar deze standplaats verplaatst, wellicht vanwege de betere windvang.

Bronnen:
‘Molens in en om Harlingen een rijke historie’, door Tj. Severein, 1990.
En Aanvullingen en correcties ... daarop, 2006 (informatie van P. Bruin). Verzameling H. van der Kaay.
'molens, mensen, bedrijven', overzicht van vijf eeuwen Harlinger bedrijfsmolens op windkracht van drs. D.M. Bunskoeke, Beilen 2016.

aanvullingen

trivia
NB De coördinaten van de molen zijn gebaseerd op de kaart van Jacob Lous uit 1610 en de kadastrale kaart van 1827.

-----

27 febr. 1771

Verhuurd Ponga-State te Marrum bij den hr. Watjee als huurder gebruikt. Verkoop van de Zuiderpoorts wind-,
rogge- en weitmolen met woonhuis aan de stadsvesten binnen Harlingen, waarvan de wederhelfte toebehoort aan
Pieter Freerks houtkooper c.s.


Stads- en Dorpskroniek van Friesland I (1700-1800)
door Dr. G.A. Wumkes
W.A. Eisma Cz. leeuwarden 1930