Molen Noorderooster mollen / Franekerpoorts molen, Harlingen/ Harns

Harlingen/ Harns, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Noorderooster mollen / Franekerpoorts molen
modeltype
Standerdmolen
functie
oliemolen, korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06904 x
oude dbnr.
V7726
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Harlingen/ Harns
plaatsaanduiding
op de Derde of Noordooster Dwinger
gemeente
Harlingen, Fryslân
geo positie
X: 157461, Y: 576624
N: 53.17630, O: 5.42402

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
Uit archiefonderzoek van drs. D.M. Bunskoeke is het volgende gebleken, als vastgelegd in zijn "molens, mensen, bedrijven, overzicht van vijf eeuwen Harlinger bedrijfsmolens op windkracht", Beilen, 2016:

Op 22 januari 1566 kregen Karst Jelles en Jan Lieuwes toestemming de eerste oliemolen van Harlingen, en mogelijk heel Friesland, op te richten. Uit de kaart uit 1572 van Harlingen uit de De Robles atlas blijkt dat de standerdmolen op een wier (aarden berg) was gebouwd. Bij de stadsuitbreiding van 1580 werd de Noordoosterdwinger rond wier en molen gebouwd en werd ten westen van de molen de Franekerpoort opgericht.

In 1598 wordt gesproken over de Noorderooster mollen. Waarschijnlijk is rond 1600 de molen omgebouwd van oliemolen naar korenmolen.

Van in ieder geval 1594 tot 1609 was Reijner Jans molenaar en eigenaar. In 1604 was Eepe Piers molenaar, waarschijnlijk onder eigenaar Reijner. In 1629 wordt Sijbe Wopckes, getrouwd met Siouk Baukes, in een koopcontract genoemd als molenaar.

In 1653 was de molen voor 3/4 eigendom van molenaar Aucke Thomas en zijn vrouw Hepke Carstens. Zij verkochten toen de helft van de molen aan Hans Meintes en zijn vrouw Trijntie Annes. Hans was ook al eigenaar van de Bildtpoortsmolen, dbnr. 7604. Bij deze eigendomsoverdracht wordt (voor het eerst?) gesproken over Franekerpoorts molen. In 1654 was de andere helft van de molen in eigendom van molenaar Jacob Claessen en zijn vrouw Luijtien Tiercx.

In 1667 waren Hette Tieerds en zijn vrouw Jancke Oebles eigenaar van de helft van de molen. De andere helft was op dat moment van Jan Scheltes en en zijn vrouw Ijttie Pijttersdr. Jan en Ijttie verkochten hun helft in 1670 aan Jacob Diderts en zijn vrouw Antie Douwes.

In 1683 werd de hele molen verworven door de gezamenlijke Harlingse korenmolenaars. Zij vroegen de magistraat om afbraak van de molen omdat zij met zijn 5-en het werk gemakkelijk af konden. Verder was de Frankerpoorts molen zeer oud, moest hij vaak gerepareerd worden en aan veel lasten onderhevig. Ook stond de molen v.w.b. de windvang op een ongunstige plaats en had hij zo weinig werk, dat er geen knecht in dienst was. De magistraat stond het verzoek toe.

Voor uitgebreidere informatie zie bovenstaande bron.

In 1689 werd hier een nieuwe pelmolen gebouwd.
-----

Deze molen staat aangegeven op de kaart van Jacobus (Lous) Laurentij en Robbertus de Baudouz uit 1610, evenals op de plattegrond van J. Bleau uit 1649. Hij stond op de Derde Dwinger, ook wel geheten de Noordooster Dwinger, nabij de Franeker Poort.

Omstreeks 1808 moet de molen zijn verdwenen, mogelijk is hij rond die tijd op last van Gedeputeerde Staten afgebroken omdat hij de belasting op het gemaal niet kon opbrengen [mogelijk verwart Severein hier deze windmolen met de nabij gelegen rosoliemolen, dbnr. 7741, Red].

Bron: "Molens in en om Harlingen een rijke historie", door Tj. Severein, 1990. Met dank aan H. van der Kaay.

aanvullingen

trivia
NB De aangegeven locatie is een schatting naar genoemde kaart van 1610.