- trivia
- Advertentie 3-9-1910 Algemeen Handelsblad:
Nader vernemen wij de brand in den wind-, tevens stoomkorenmolen van den heer J.A. Langevoort te Ambt-Almelo ontstond doordat één der knechts de molensteenen moest billen. Daarvoor moest hij een kuip, waarin
het te malen koren wordt geworpen, en die op een der stenen stond, verplaatsen. Bij dit werk viel een brandende petroleumlamp omver; de lamp brak, waardoor de petroleum zich verspreidde, en vuur vatte, dat zich dra aan den molen, die met een rieten kop was gedekt, mededeelde. Zooals wij reeds seinden, viel aan blusschen niet te denken.
Het was een phantastisch gezicht, op zeer grooten afstand waarneembaar, toen de brandende molen een kwart draai maakte en daarna de vuurrzuil naar beneden stortte. Een groote voorraad rogge, in den molen geborgen, werd ook door het vuur verteerd, evenals de naast gelegen houten schuur, dienende tot bergplaats en stalling. Juist gisteren had de heer Langevoort nog 1 1/2 waggon steenkolen in de bergplaats opgeslagen. Ook deze vatten vuur. Het woonhuis van den heer A. Steffen, voor den molen staande, brandde eveneens geheel uit. Van den inboedel werd niets gered. Bij gebrek aan water konden de twee spuiten der gemeente niets uitrichten. Alles was verzekerd.
Haagsche Courant, 17-09-1910
De rechtbank te Almeloo heeft geweigerd rechtsingang te verleenen tegen A. S. te Ambt-Almeloo, verdacht van brandstichting in zijn woning tijdens een molenbrand op 2 September en hem buiten vervolging gesteld met bevel tot onmiddellijke in vrijheidstelling.
Wie vergoedt den man het leed — en de schade — van twee weken onschuldig gevangen zitten ?