Molen Vloedmolen, Stramproy

Stramproy, Limburg
v

korte karakteristiek

naam
Vloedmolen
modeltype
Watermolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
beek
Tungelroyse Beek
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06681 s
oude dbnr.
V5314
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Stramproy
plaatsaanduiding
buurtschap de Vloot, tussen Stramproy en Tungelroy
beek
Tungelroyse Beek
gemeente
Weert, Limburg
plaats(en) voorheen
De Vloot
streek
Midden-Limburg
kadastrale aanduiding 1811-1832
Stramproy A (1) 204 Wed. M. Hoeken, molenaar
geo positie
X: 179003, Y: 357262
N: 51.20425, O: 5.73066

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
kenmerken
functie
gangwerk
wateras
rad
rad diameter
4,88 m Ø, 49 cm breed
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
De molen stond aan de Tungelroyse Beek bij de Vloedbrug, in de buurtschap De Vloot.

In de vroegste tijden behoorde de watermolen (of een voorganger van deze molen) tot de bezittingen van de graven van Horne, die Heer van Weert waren.
De molen wordt in een uitspraak van een aanklacht van 21 mei 1295 genoemd, waarbij de partijen het Kapittel St, Servaas Maastricht en Willem II, heer van Horne en Altena genoemd worden. Dit betreft de uitspraak van het geschil. De aanklacht werd reeds in 1290 ingediend waardoor deze verdwenen watermolen de oudste watermolen van Zuid-Nederland genoemd mag worden qua vermelding.

In 1478 gaf Jacob, graaf van Horne, de Vloedmolen met de boerderij Meulenhof in erfpacht aan Goert van den Mortel.

Doordat de molen een smal rad had, had hij voor het benodigde vermogen een hoog waterverbruik. Hij mocht alleen in het natte jaargetijde gebruikt worden, om 's zomers wateroverlast stroomopwaarts te voorkomen. Dit werd in 1433 door Jacob, graaf van Horne, verordend.

In het begin van de 19e eeuw was de Vloedmolen eigendom van Mathijs of Mathieu Hoeken, molenaar in Beersle-Neeritter. Hoeken en na zijn overlijden in 1820 de weduwe Hoeken was ook mede-eigenaar van de windmolen in Beersel (Belgisch Molenbestand nr. 21), het latere Molenbeersel (B).

In 1844 verkochtem de erfgenamen de Vloedmolen aan Hendrik Maes, landbouwer in Tungelroy. Zijn zoon Michiel erfde de molen, hij legde later met de boerderij met brouwerij "De Geulenhof" de basis voor de nog bestaande brouwerij "de Kroon".

We mogen veilig aannemen, dat Jan Matthijs Peerlings lucht gekregen had van plannen die bestonden bij het Waterschap om rond 1870 de afwatering ten zuiden van Weert te verbeteren. De Vloedmolen moest daarbij verdwijnen zodat heel wat mensen gediend zouden zijn met het in bedrijf komen van een windmolen. In 1876 of mogelijk een jaar eerder, bouwde toen Peerlings zijn windgraanmolen op een stukje grond te Tungelrooy (Tenbruggencatenummer 00183) dat eigendom was van zijn echtgenote Anna Catharina Moonen. Misschien dat hij daarom zijn molen de naam gaf van haar patroonheilige, Sint Anna.

In 1880 werd het waterrecht van de Vloedmolen verkocht aan het waterschap "Het Land van Weert". In 1887 werd het gebouw gesloopt. De afslagtak werd gedempt en de Tungelroyse Beek in de loop der jaren gekanaliseerd.

Bronnen ondermeer:
- "De Molens van Limburg" van P.W.E.A. van Bussel, 1991. Met dank aan H. van der Kaay.
- Informatie van Paul Lammeretz, 26 maart 2011.

aanvullingen

trivia
NB De aangegeven locatie is een schatting naar de TMK van ca. 1850.

NB In de Molendatabase is er sprake van TWEE watergraanmolens die moesten verdwijnen omstreeks 1880, in "De Molens van Limburg" wordt alleen de Vloedmolen genoemd.
-----

Er moesten twee watermolens verdwijnen omstreeks 1880, dit is correct. Ook de watermolen van Swartboek is daarna afgebroken. Overigens zijn de maalrechten van de vloedmolen daarna verkocht aan de St. Annamolen van Tungelroy.
Paul Lammeretz, 26 maart 2011.