Molen Watermolen van Limbricht (Onderste molen), Limbricht

Limbricht, Limburg
v

korte karakteristiek

naam
Watermolen van Limbricht (Onderste molen)
modeltype
Watermolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
beek
Limbrichterbeek
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06681 h
oude dbnr.
V7297
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Limbricht
plaatsaanduiding
Allee nabij Kasteel
beek
Limbrichterbeek
gemeente
Sittard-Geleen, Limburg
streek
Zuid-Limburg
kadastrale aanduiding 1811-1832
Limbricht A (1) 18 Frans Bern. Heub. Michiels baron van Kessenich
geo positie
X: 186813, Y: 336375
N: 51.01612, O: 5.84055

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
functie
gangwerk
wateras
rad
rad diameter
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1900 stilgelegd circa 1935 gesloopt
geschiedenis
Van oudsher lagen er twee watermolens in het Limburgse dorp Limbricht. Deze molens werden vanwege hun ligging De Bovenste molen en de Onderste molen genoemd. De geschiedenis van beide molens en het dorp is altijd nauw verbonden geweest met het kasteel Limbricht. De oudste vermelding van dit kasteel dateert uit het jaar 1276 en in de 14e eeuw wordt voor het eerst over een burcht geschreven. Het kasteel en de hierbij gelegen watermolens waren eigendom van de kasteelheren van Limbricht.

Het huidige kasteel is omstreeks 1630 gebouwd door Nicolaas van Breyl. De familie van Breyl had tevens het maal- en brouwrecht in de heerlijkheid Limbricht. De bezittingen gingen van de familie van Breyl over op de familie Van Bentinck. In de Franse Tijd verliet deze familie Limbricht en in 1810 verkochten zij het kasteel met alle aanhorigheden aan H.J. Michiels van Kessenich, burgemeester te Roermond. Deze familie bleef tot 1968 eigenaar van het kasteel en de toen nog bestaande Bovenste molen en de inmiddels reeds gesloopte Onderste Molen.

De Onderste Molen lag bij het kasteel aan de rechterzijde van de Allee of Kasteelweg, even voorbij de brug over de buitenste kasteelgracht naar de voorburcht. De Bovenste Molen lag midden in het dorp bij de huidige Molenweg-Beekstraat en deze via een bij de molen gelegen molenvijver gevoed werd door een aantal bronnen in de nabijheid van Limbricht. Het water van deze bronnen werd verzameld via een beekje, De Slond genaamd. Dit beekje sloot vervolgens op de vergaarvijver aan. Het los- en maalwater van de Bovenste Molen vormde achter deze molen de Limbrichterbeek die zich bij de Platz, gelegen aan het begin van de Allee, splitste in een linkertak die de buitenste en binnenste grachten van het kasteel op peil hield en een rechtertak die langs de Molenweide en de Dalstraat naar de Onderste Molen stroomde en daarna verder in de richting van Nieuwstadt waar ze in de Geleenbeek uitmondde.

Het begin van het einde van de molen was een concessie die de Staatsmijnen in Limburg in de twintig jaren van de vorige eeuw verwierf om afvalwater te mogen lozen op De Slond en aangezien dit water vervolgens via de Limbrichterbeek de Onderste Molen bediende werd dit de ondergang van de molen.

De Onderste Molen werd aan het begin van de twintigste eeuw stilgelegd. Het molengebouw werd in het midden van de jaren dertig van die eeuw gesloopt.

Pierre Vossen, 9 maart 2008.

aanvullingen

trivia
NB De aangegeven locatie is een ruwe schatting, naar de beschrijving.