Molen Kasteelmolen /Wymarsche Molen, Arcen

Arcen, Limburg
b

korte karakteristiek

naam
Kasteelmolen /Wymarsche Molen
modeltype
Watermolen
functie
korenmolen
bouwjaar
herbouwd
1990
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Het malen van graan

adres
Schans 20a
5944 AG Arcen
beek
Lingsforterbeek
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06680 v
oude dbnr.
B396
Meest recente aanpassing
| Molenaar
media-bestand
Molen 06680 v Kasteelmolen /Wymarsche Molen (Arcen)
Bart van Maaren (25-5-2016)

locatie

plaats
Arcen
beek
Lingsforterbeek
gemeente
Venlo, Limburg
kadastrale aanduiding
Gemeente Arcen en Velden, sectie A, nr. 5413
geo positie
X: 210263, Y: 387075
N: 51.47002, O: 6.18257
biotoopwaarde
landschappelijke waarde
Zeer groot

contact en bezoek

bezoek/postadres
Schans 20a
5944 AG Arcen
molenaar
Theo van der Leer
telefoon
077-4731240
social media
open voor publiek
ja
open op zaterdag
ja
open op zondag
ja
op afspraak
ja
openingstijden
in het zomerseizoen Pasen t/m september: dagelijks 11.00 -18.00 uur, oktober, november en maart: zaterdag en zondag 11.00 - 18.00 uur en op afspraak
toegangsprijzen
winkelinformatie
meelverkoop
nee
museuminformatie
gericht op scholen
nee
bijzonderheden
fietsroute
fietsroute in de buurt van Kasteelmolen /Wymarsche Molen via fietsnetwerk.nl

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
functie
inrichting

Twee koppel 17der kunststenen; sleepluiwerk; steenkraan

gangwerk
ijzer, spoorwielaandrijving
wateras
staal
rad
traditioneel
rad diameter
05,70 en 03,18 m.
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming

Het malen van graan

omwentelingen
geschiedenis

De molen ligt ten oosten van de Maas naast de kasteeltuinen van Arcen. De omgeving van de molen is vanwege de ligging in het overstromingsgebied van de Maas zeer open. Aanvankelijk bestond het molengebouw uit twee lagen. In het voorste deel bij de noordgevel was de korenmolen ondergebracht, in het achterste deel de oliemolen. In het begin van de vorige eeuw vond een uitbreiding met een derde bouwlaag plaats, waarvan het metselwerk in een fraai steenverband werd uitgevoerd. Ook voor de zolders werden geen kosten gespaard. De zolders bestonden uit eikehouten vloerdelen gedragen door eikehouten balken. Merkwaardig is de spitsboogvormige poort in de westgevel aan de Maaszijde.

De water maakte van oudsher deel uit van de goederen van het kasteel en de heerlijkheid Arcen. Het oorspronkelijke kasteel stond aan de Maas, de watermolen lag ten zuiden daarvan. Het kasteel werd bij de belegering van Venlo in 1646 verwoest. De restanten van een sterke toren, die de rivier beheerste, zijn daarvan nog overgebleven. Enige jaren later werd met de bouw van een nieuw kasteel begonnen. Onder vijf generaties Van Gelder, een bastaardtak van de hertog van Gelder, die Heren van Arcen waren, werd een gedeelte gebouwd. Geheel voltooid werd het kasteel echter niet. 
Otto Julius August van Gelder werd in 1767 de laatste Heer van Arcen uit dit geslacht. In 1779 verkocht hij het kasteel met alle bijbehorende goederen aan zijn neef Christiaan August Constantin, baron von Wymar-Kirchberg. Ook hij zette de bouw van het kasteel voort en liet tevens uitgebreide reparaties uitvoeren aan de watermolen van Arcen en aan de oliemolen te Maasbree. 
Laatste adellijke eigenaar was Levin Max Pau Marie Hubert, graaf Wolff-Metternich. In 1917 verkocht de graaf het kasteel met het landgoed, bestaande uit ongeveer 400 eigendommen waaronder de watermolen, aan Friederich August Deusser, kunstschilder en professor aan de academie voor beeldende kunst te Düsseldorf (D.). Deusser verliet Arcen in 1931, vestigde zich weer in Duitsland en overleed in 1942 te München.

In 1856, toen de molen voor het eerst door de provinciale waterstaat werd opgenomen, hingen twee onderslagraderen langs de gevel, die achter elkaar in dezelfde waterleider draaiden. Het voorste rad was van de korenmolen (middellijn 6,20 m. breed 0,86 m.), het achterste rad was van de oliemolen (middellijn 5,40 m., breed 0,70 m.). De opzichter van de waterstaat tekende op het proces-verbaal van de opname nog aan, dat de maalschuif zowel voor de graan- als voor de oliemolen werd gebruikt. Dit betekent, dat bij het slaan van oliezaad ook de korenmolen in gebruik moest zijn, dat wil zeggen: werd de korenmolen gebruikt dan werden enige kammen of staven uit het oliewerk genomen om het waterrad vrij te laten draaien en andersom.

In de jaren 1881-1882 werd de molen verbouwd. De bestaande waterraderen en de inrichting van de oliemolen werden verwijderd. In het voorste deel werd een nieuwe maalinrichting gebouwd met een boven- en een onderslagrad, die samen één stalen koningspil aandreven. Het houten bovenslagrad hing direct langs de gevel en de houten molenas met een conisch ijzeren aswiel was in de kelder gelagerd. Aan de linker- of buitenzijde van dit waterrad hing een eenvoudig ijzeren onderslagrad, voorzien van houten schoepen.

De molen ligt tegen het talud van de oude rijksweg op de rechteroever van de Lingsforterbeek of de Molenbeek. De beek komt uit het noorden, stroomde vroeger door Arcen en is de oude Leigraaf, waarvan de loop in westelijke richting naar de Maas werd verlegd. Zodra de Maas buiten haar oevers trad, wat vooral op het einde van de winter voorkwam als grote hoeveelheden smeltwater uit het zuiden moeten worden afgevoerd, bereikte het water snel de molen. De kelder, het onderste gedeelte van het gangwerk en de as van het bovenslagrad stonden soms enige malen per jaar onder water.

Op het einde van de Eerste Wereldoorlog raakte de watermolen in onbruik. Na het overlijden van de laatste pachter Vostermans bleef onderhoud achterwege. In het najaar van 1944 werd de molen door oorlogshandelingen behoorlijk beschadigd en niet meer hersteld. Grote vernielingen vonden dan ook in de daarop volgende jaren vijftig en zestig plaats: weer, wind en jeugd hadden vrij spel. Het dak stortte in, waarna gevaar opleverende delen en het in desolate toestand verkerende maalwerk omver werden gehaald.

De erven Deusser hebben in de jaren vijftig nog getracht de molen met overheidssubsidie te laten restaureren. Vanwege de zeer slechte staat, waarin de molen verkeerde, ging dit niet door. Het waterrecht werd aan het Waterschap Het Maasterras, gevestigd in Bergen, verkocht.
Pas in 1978 kwam een ommekeer: toen werd de Stichting Het Limburgs Landschap eigenaresse van kasteel, landgoed en watermolen. De molen zelf was inmiddels verworden tot een ruïne.

In 1980 begon de Arcense ondernemer G. de Groot uit liefhebberij met enige molenenthousiasten het molengebouw en de omgeving te ontdoen van de houtwildgroei en andere onnuttige zaken. Onderdelen van de maalinrichting werden schoongemaakt en in een bijgebouw van het kasteel en in het bedrijf van De Groot te Lomm opgeslagen en gereconstrueerd. Intussen werd de Stichting Behoud Watermolen Arcen opgericht. Het architectenbureau Geer Selen en Frans Seuren te Venlo stelde in 1985 een compleet restauratieplan op. Het project werd gestimuleerd door burgemeester E.A. Mooren en J.J.M. Ficq, de vice-voorzitter van de Molenstichting Limburg.
De restauratie van het kasteel als zodanig met de bijzonder fraai aangelegde tuinen werd eerst ter hand genomen: het watermolenproject moest wachten tot 1990.

Thans is de molen weer maalvaardig met zowel een onder- als een bovenslagrad. In de molen is gevestigd Graanbranderij De IJsvogel.

foto's

foto's