Op de gevelsteen stond:
'D HAASMOOLE'
Ao 1716.
Op de steen was een springende haas afgebeeld.
De steen is in het bezit van het Historisch Museum Rotterdam.
De molen werd in 1716 voor Jan van der Werff gebouwd op de plaats waar eerst een standerdmolen stond. Het was een relatief zwaargebouwde molen.
Meestermetselaar Willem Stoop uit Rotterdam kreeg de opdracht.
Jan van der Werff was sinds 1707 hoofdman van het Rotterdamse molenaarsgilde.
Hij overleed op 22 februari 1725 (63jr oud).
De molen werd in 1729 door zijn erfgenamen verkocht. De molen was niet maalvaardig, het bedrijf lag stil. De molen werd op 10 december 1729 gekocht door Jacob Schoock. Jacob Schoock was molenaar afkomstig uit Tiel. Jacob had een compagnon, Jan Schoock.
Op 2 augustus 1735 werd het eigendom van de molen gesplitst, Jan Schoock kocht de helft van de molen. De overdracht vond pas plaats op 4 september 1738. Jan Schoock overleed in 1752.
Pieter Bijl kwam als nieuwe molenaar. De weduwe van Jan Schoock overleed op 31 oktober 1763.
Zoon Willem Jacobsz. Schoock nam de molen over. Neef Willem Janszoon trad ook toe bij het gilde in 1763, hij bezat de helft van de molen. Willem Jacobsz. beschikte over de andere helft van de molen.
Willem Jansz, Willem Jacobsz en Piet Bijl runden de molen, zij hadden geen nakomelingen, en zo kwam het dat de molen in 1777 verkocht werd. Er zat voor hen geen toekomst in.
19-07-1855: Algemeen Handelsblad
Rotterdam, 17 Julij. Heden morgen ten 8 ure brak eensklaps een onweder boven deze stad los. Bij den eenigen zeer zwaren slag, trof de bliksem den korenmolen genaamd de Haas, op de Schie, verbrijzelde een der wieken en rigtte ook van binnen eenige schade aan. Er ontstond echter geen brand en ofschoon zich vier menschen op den molen bevonden, heeft niemand eenig letsel bekomen.
De molen werd op 3 oktober 1901 te koop aangeboden in het blad De Molenaar.
Uit de advertentie blijkt dat het een koren- en pelmolen was.
De molen had toen een ijzeren as en ijzeren roeden en builen.
Naast de windmolen was er ook een stoommolen met een stoommachine van 25 pk. Alles diende afgebroken te worden, tenzij alles in een keer verkocht werd, dan kwam de verplichting tot afbraak te vervallen.
De Haas stond niet ver van de pelmolen 'De Goudsblom'.
In de Eerste Wereldoorlog werd De Haas gesloopt.
Bron: Jaarboekje 2006 Gemeentearchief Rotterdam, artikel mevr. C.C. de Kool-Verhoog, 11 maart 2012.
info: Rob Pols.
info: Erik Stoop, 25 september 2006_
ansichtkaart, coll. M. Regelink
Rotterdamsche courant, 21-09-1848
N.° 1. Eene KUSTINGSCHULD, groot in Kapitaal f 4OOO, rentende 5 per Cent 'sjaars, en losbaar jaarlijksche termijnen van ƒ 200 telkens, wel meerder, maar niet minder, beide verschijnende den eersten November van ieder jaar, ten laste van den Heer Pieter Lokkerbol, Korenmolenaar, en van Mejufvrouw Wouterlina de Vletter, Echtelieden, wonende te Rotterdam, welke Schuld als tweede Verband gevestigd is op de Helft in den STEENEN KOREN-WIND MOLEN en ERVE, genaamd DE HAAS, met het MOLENERF en den TUIN, aan de westzijde bij zelven Molen behoorende, alles staande en gelegen aan, de westzijde der Schiekade te Rotterdam, wijk R,'157 Kadaster sectie B, n.° 395, blijkens acte, in dato den. 3 October 1839 ten overstaan van de Notarissen Borderwijk en van Kerckhoff, alhier gepasseerd, deugdelijk geregistreerd en behoorlijk ingeschreven ten Kantore van de Bewaring der Hypotheken alhier.