| fabrikant | asnummer | fabricagejaar | jaar gestoken | jaar verdwenen | lengte | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Enthoven & Co, L.I. | ✉︎ | ? | 1869 | 1869? | 1875 | -- |
De molen was al aan eind 18e eeuw aanwezig. (*)
De Ceres vormde een trio met de nog bestaande snuifmolens De Lelie en De Ster. Een afbeelding van de snuiffabriek van de gebroeders Hioolen laat zien dat De Ceres de zuidelijkste van de drie was.
Hij stond in tegenstelling tot de andere twee niet vlak aan de Kralingse Plas, maar enkele tientallen meters oostelijk.
De molen was daarentegen wel de grootste van het trio. Hoewel hij bekend is als korenmolen, is het waarschijnlijk dat er ook een periode snuif is gemalen.
Ook omdat De Ster bij de herbouw in 1866 (na de eerste brand, de tweede volgde in 1962) werd uitgerust met de kuipen van de Ceres.
De molen verbrandde in 1871.
In plaats daarvan werd op de stenen voet een bloemfabriek met drie verdiepingen gebouwd, voorzien van een stoommachine.
Omstreeks 1900 werd de fabriek stil gelegd, omdat het bedrijf niet kon concurreren met de Amerikaanse bloem.
Het stenen gebouw bleef echter staan tot 1920, toen het na uitbranden werd gesloopt.
Bron: "De Molens van Rotterdam in oude ansichten" deel 2, J.S. Bakker.
Rob Pols.
Provinciale Noordbrabantsche en 's Hertogenbossche courant
20 juni 1871
Zaturdag in den vroegen morgen ontlastte zich boven Rotterdam een verschrikkelijk onweder gepaard met zwaren regen, dat ongeveer 3/4 uur aanhield en langzaam afdreef. Een molen van den heer Hioolen, aan de Korte Kaai, onder Kralingen, is door den bliksem getroffen en afgebrand.
De molen komt echter nog niet voor in het kadaster van 1832.