De molen was ingericht als pigmentmolen, hij vermaalde dus droge aardverven. Hiervoor bezat de molen een aantal koppel kantstenen met bijbehorende buulkisten. Mogelijk bezat de molen ook een stamperij voor de wat hardere mineralen.
De verfmolen de Blauwe Reiger werd gebouwd in het jaar 1696. Op 22 januari 1697 werd de windbrief van de molen uitgereikt aan Pieter Maartensz. Kop en Cornelis Simonsz. Honigh.
Cornelis Honig was eigenaar van de blauwpapiermolen “de Hobbezak”, die iets ten noordoosten van de Blauwe Reiger stond. Hij stond dan ook te boek als “coopman in papier en verfwaaren te Zaandijk”. Op 7 januari 1711 liet Honigh de molen tegen brand verzekeren.
Cornelis Honigh overleed in 1725 waarna zijn zoon Maarten Cornelisz. Honigh zowel “de Hobbezak” als de Blauwe Reiger erfde. Maarten Honigh was niet geïnteresseerd in de papiermakerij, zodat hij “de Hobbezak” kort hierna verkocht aan zijn oom. Maarten Honigh ging verder met de molen die voor zijn vader was gebouwd. In 1750 stierf Maarten Honigh, waarna zijn weduwe de zaken voort zette. In 1765 kwam de molen te werken voor Maarten Honigh’s zoon, Gerrit Maartensz. Honig, hij zou tot 1772 blijven werken met de Blauwe Reiger, daarna werd hij gekocht door Willem Adriaansz. Couwenhoven.
Deze Couwenhoven was verfmaalder met de Zaandijker verfmolens “de Witte Veer” en “de Valk”, de laatst genoemde molen was al sinds 1710 familiebezit. Met de aankoop van de Blauwe Reiger bezat Couwenhoven nu drie verfmolens op een steenworp afstand van elkaar. Later kwamen de molens te werken onder de firma Couwenhoven & Comp. Deze firma bleef tot 1833 werken met de molens en werd toen geliquideerd.
De Blauwe Reiger werd gekocht door Jacob Schots uit Krommenie, die sloper van beroep was. Volgens Pieter Boorsma, die zijn informatie uit het gedenkboek van het papiermakerscontract haalde, werd de molen toen gesloopt en verplaatst naar elders. Gerrit Jan Honig schrijft in de Zaende echter iets anders, ook Couwenhoven en Oosterbaan wijken af van Pieter Boorsma:
Op 17 september 1842 werd de verfmolen de Blauwe Reiger op Zaandijk, toebehorende aan Pieter Groenveld geveild. Voor ƒ 2220,= kwam de Blauwe Reiger in handen van de Sociëteit der Blauwselfabriek uit Westzaan. Deze zeer belangrijke onderneming was eigenaar van de blauwselmolen “de Blauwe Hengst” in Westzaan. Zij lieten de molen in 1842 afbreken en volgens Couwenhoven verplaatsen naar Elten in Duitsland, vlak over de grens bij ’s Heerenberg. Gerrit Jan Honig schrijft verder in zijn artikel in de Zaende, dat de Sociëteit der Blauwselfabriek in Elten een fabriek bezat die in 1842 was opgericht en de naam “de Blauwe Reiger” droeg. Aldaar werd de fabriek omstreeks 1863 buiten bedrijf gesteld. We mogen aannemen dat met het woord fabriek, gewoon de molen werd bedoeld, al dan niet voorzien van een stoommachine, net als bij “de Blauwe Hengst” in Westzaan.
Het is dus vrijwel zeker dat de Blauwe Reiger in 1842 werd afgebroken en verplaatst naar Elten om daar als blauwselmolen te gaan fungeren. Pieter Boorsma had zich gewoon vergist in het jaartal van verdwijnen.
Niet alleen over het verdwijnen van de Blauwe Reiger is enige onduidelijkheid, ook over zijn vermeende bijnaam bestaan twijfels. Volgens Pieter Boorsma en andere schrijvers had de verfmolen de Blauwe Reiger als bijnaam “de Quak”. Onderzoek van dhr. Couwenhoven laat zien dat de Quak vermoedelijk een tabakstamper was die in hetzelfde jaar werd gebouwd als de Blauwe Reiger, later zou dit molentje bekend zijn onder de naam “de Spaanse Vlieg”. Alhoewel de windbrieven van zowel de Blauwe Reiger als “de Quak” op dezelfde dag werden uitgereikt, hadden beide molens toch verschillende eigenaren. Hierdoor is het ook twijfelachtig geworden of de Blauwe Reiger wel als tabakstamper werd gebouwd, vermoedelijk is dat niet het geval geweest.
Volgens Couwenhoven is de Blauwe Reiger tijdelijk ook als cementmolen en later als cacaomolen in bedrijf geweest. Een combinatie van cementmolen en verfmolen is zeer goed mogelijk, omdat zij wat betreft binnenwerk niet veel verschilden. De combinatie van verfmolen en cacaomolen klinkt mij zeer onwaarschijnlijk in de oren, nader onderzoek kan hier misschien wat opheldering brengen. (*)
Bronnen:
“de Zaende” 4e jaargang 1949 blz. 258
“de Zaende” 5e jaargang 1950 blz. 156-166
“Duizend Zaanse Molens” P.Boorsma 1968 blz. 168
“De Papiermolens in Noord Holland” H.Voorn 1960 blz. 359-360
“Dat goede oude Zaandijk” G.Oosterbaan 1971 blz. 99/ 116
“250 Zaanse molens” R.Couwenhoven 2001 blz. 81
“de Windbrief” 27e jaargang 1998 nr.103 artikel R.Couwenhoven over de Valk (uitg. Ver. De Zaanse Molen)
“de Windbrief” 27e jaargang 1998 nr.104 artikel R.Couwenhoven over de Valk (uitg. Ver. De Zaanse Molen)
“de Windbrief” 27e jaargang 1998 nr.105 artikel R.Couwenhoven over de Valk (uitg. Ver. De Zaanse Molen)
“de Windbrief” 27e jaargang 1998 nr.106 artikel R.Couwenhoven over de Valk (uitg. Ver. De Zaanse Molen)
Tekst: F. Rol
-----
(*) Al mijn molenbeschrijvingen zijn gebaseerd op gedegen archief-onderzoek. De functie 'chocolademolen' werd op 30 augustus 1836 in de veilingvoorwaarden genoemd door notaris mr. Dirk Donker (zie onder).
Willem Couwenhoven zou nog twee jaar lang met De Blauwe Reiger blijven werken. De 30ste augustus 1836 deed hij de molen van de hand. Meester-broodbakker Pieter Groenveld uit Zaandijk werd de nieuwe eigenaar voor ƒ 700,=. Hij richtte de molen in tot chocolade-molen, maar bleef met De Reiger ook actief als verfmaalder. Een merkwaardige combinatie.
Maar langer dan zes jaar hield hij het niet vol. Groenveld, die inmiddels naar Koog aan de Zaan was verhuisd, liet de molen op 17 september 1842 in herberg De Zwaan in Zaandijk in veiling brengen. Notaris Dirk Donker meldde in de catalogus, dat De Blauwe Reiger voorzien was van vier paar platte stenen en één paar kantstenen. Tegelijkertijd werd de schuur, het schuitenhuis en het erf aan de Simon Gammersloot te koop aangeboden. De koper moest rekening houden met een verplichte overneming ter waarde van ƒ 300,= aan gereedschappen. Deze bevonden zich voornamelijk in de zogenaamde "chocolaad-kamer", waar onder andere twee koperen bekkens met ijzeren fornuizen, een chocolaadput met toebehoren en honderden vormen stonden. Behalve de ‘veelal nieuwe en goede staat van onderhoud zijnde gereedschappen’ werd ook een partij van 35.000 pond gemalen krijt te koop aangeboden .
Ron Couwenhoven, 6 sept. 2010.
nog waarneembaar
In Zaandijk is de Blauwe Reigerstraat naar deze molen genoemd.
Verfmolen, tijdelijk cementmolen “de Blauwe Reiger”, achtkante bovenkruier met schuur, te Zaandijk 100 meter ten westen van de Spoorlijn, ten noorden van de Sijmen Gammersloot. Bouwjaar 1696, in 1842 afgebroken.