Molen De Ruiter (2e voorganger), Zaandam-West

Zaandam-West, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Ruiter (2e voorganger)
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06670 q
oude dbnr.
V4223
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Zaandam-West
plaatsaanduiding
Aan weg en Zaan, tegenover de Botenmakersstraat.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
geo positie
X: 116534, Y: 495164
N: 52.44290, O: 4.82146

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
inrichting
Vermoedelijk 1 koppel maalstenen.
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
De Ruiter behoorde tot de eerstelingen onder de Zaanse molens. Toen deze molen werd gebouwd was Zaandam nog maar een klein dorpje dat was geconcentreerd rond de dam in de Zaan. De molen verscheen aan de rand van het toenmalige Zaandam en was beslist een standerdmolen.
Op 15 juni 1439 werd door de Gravin van Holland, Margareta van Bourgondië, het privilege verleend, “voor 't setten van de Kooren-moolen tot Zaardam inde Moolenbuyrt.”
Een gedeelte uit het privilege van Margareta van Bourgondië luidde als volgt:”Margareta van Bourgondien, by den ghenaden Godts palsgravinne opten Rijn, Hertoginne in Beyeren, Gravinne van Henegouwen, van Holland, van Zeelandt, ende Vrouwe van West-Vrieslandt: Doen kond allen luyden, alsoo onse Ondersaten van Westzaanden ende Crommenie, ons tot veel stonden ootmoedelijcken te kennen hebben ghegheven van groote ghebreke ende moeyenisse, die sy binnen den selven onse Ambachte dagelijcx hebben van hare Malinge, overmidts dat wij geen moolens aldaer deser tijdt en hebben, ende sij daeromme buyten onser voorsz. Heerlijckheden met haer Kooren ter Moolen trecken moeten ’t welck hun hinderlijcken ende moedelijcken is, naer dat wij inde waerheydt vernemen, ende hebben oock daerom tot veel tijden aen ons ootmoedelijck vervolght ende versocht, dat wij een moolen aldaer binnen onse voorsz. Heerlijckhede woude setten ende doen maecken. of dat wij yemandt wouden beloven ende consenteren, aldaer een te doen moghen setten ende doen maecken.”
De molen was het eigendom van Heer Gerrit van Poelgeest, die hem verhuurde aan een molenaar. De eerste voorganger van De Ruiter was een zgn. dwangmolen, dit hield in dat de ingezetenen van Zaandam verplicht waren om hun graan op deze molen te laten malen.
Op 11 februari 1444 verkocht Heer Gerrit van Poelgeest de molen aan de kerkmeesters van Westzaanden en aan de kapelmeesters van Oostzaanden, zij betaalden hem voor de molen 290 gouden Rijnse guldens. Wel werd met de koop vastgelegd dat de molen niet meer als “dwangmolen” in gebruik zou zijn, waardoor iedereen in Zaandam kon kiezen waar hij zijn graan wilde laten malen. Niet lang daarna verkochten de kapelmeesters van Oostzaanden, hun helft van de molen aan die van Westzaanden met bepaalde voorwaarden.
In 1572 werd tijdens de Tachtigjarige Oorlog de gehele omgeving van de Dam op last van de Graaf van Bossu geplunderd en in brand gestoken. Dit gebeurde omdat, volgens Bossu, de bebouwing in de omgeving van de Dam de verdediging van Zaandam belemmerde. Er zijn toen 130 woningen verbrand en het is vrijwel zeker dat ook de standaardmolen in die tijd verdween.
Na het verdwijnen van de molen heeft Zaandam een korte tijd geen meelmolen gehad. In 1579 werd het molenaar Cornelis Thijsz., door de regenten van de Banne Westzanen en Sanerdam, vergund om een nieuwe molen te bouwen op de plaats van zijn verbrande voorganger. Ook deze molen was een standerdmolen.
In 1628 willen de Friese Doopsgezinden een groot gebedshuis bouwen, pal ten noorden van De Ruiter, de molenaar tekent hiertegen bezwaar aan, wat niet mocht baten. Het gebedshuis werd gebouwd, maar de molenaar kreeg wel een schadevergoeding van Fl.210,-.
Op 9 april 1637 kochten Claes Jansz. Broocker en Ghijsbert Pietersz. Ghijsen c.s. van Jan Lammertsz. Molenaar het volgende:”Den molen van West-Zaandam met het halve erf en twee huizen op dat erf staande, voor een som van Fl.4800,-, de molen staende in de Molenbuert belent ten noorden Symon Michielsz. En ten zuiden Lijsbet Claesdr.”
In 1639 werd de standerdmolen gesloopt, waarom dit gebeurde is niet helemaal duidelijk. Mogelijk kon de standerdmolen het werk niet meer aan.
Enkele jaren eerder had Zaandam-Oost een nieuwe meelmolen gekregen, nl. “de Haan”. Deze reus onder de Zaanse molens bezat een vlucht van maar liefst 28 meter. In Zaandam-West wilden ze schijnbaar niet achterblijven met de productie, waardoor men besloot een nieuwe molen te bouwen. De nieuwe molen was een grote achtkante molen die boven de bebouwing uitstak. Zijn model zal niet veel hebben afgeweken van de meelmolens “de Bleeke Dood” en “de Witte Vlinder”. De nieuwe molen bezat minstens drie koppel maalstenen en zou tot het jaar 1864 in Zaandam-West blijven staan.

Bronnen:
- “Zaanlandsch jaarboek over het jaar 1932” G.J. Honig en S. Lootsma 1932 blz. 181-220
- “Zaanlandsch jaarboek over het jaar 1934” G.J. Honig en S. Lootsma 1934 blz. 49-90
F. Rol, Zaandijk.

aanvullingen

trivia
Meelmolen “de Ruiter”, standerdmolen, te Zaandam-West op de hoek Westzijde-Ruyterveer. Bouwjaar 1579, gesloopt in 1639.