Molen Het Hert / Het Blauwe Hert, Zaandam-West

Zaandam-West, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Het Hert / Het Blauwe Hert
modeltype
Paltrokmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06670 i
oude dbnr.
V2170
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Zaandam-West
plaatsaanduiding
aan het einde van de Botenmakersstraat, ten oosten en op enige afstand van de Vaart [*]
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
geo positie
X: 116256, Y: 495040
N: 52.44177, O: 4.81739

constructie

modeltype
Paltrokmolen
krachtbron
wind
functie
inrichting
als wagenschotzager
plaats kruiwerk
onderkruier
kruiwerk
onderkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
In Pieter Boorsma’s “Duizend Zaanse molens” wordt deze molen per abuis twee keer vermeld. Hij vermeldde er toen al wel bij dat de beide molens vermoedelijk identiek waren. Ron Couwenhoven heeft deze fout rechtgezet.

De windbrief voor deze molen werd op 31 december 1639 afgegeven aan Cornelis Bartelsz die voor de helft eigenaar van de molen was. De andere helft was van Dirck Frericxsz uit Oostzaandam, die zijn helft op 31 oktober 1641 ook aan Bartels verkocht.

Bij een veiling met de vermelding "om van de voetingh aff te halen” die plaatsvond op 11 januari 1670 werd de molen voor een bedrag van ƒ 230 opgehouden. Het Blauwe Hert zou dus voor sloop worden verkocht en verkeerde schijnbaar in slechte staat, gezien het zeer lage bod. Wat er met de molen gebeurde blijft onduidelijk, mogelijk werd hij hersteld, het kan ook zijn dat de molen werd gesloopt en vervangen door een nieuwe molen.

In 1703 werd de molen door eigenaar Cornelis Hendricsz. Maij verzekerd tegen brand in een assurantiecontract. Cornelis Maij stierf in 1708 en op 23 augustus van dat jaar verkocht zijn weduwe Het Hert aan Hendrik Dirksz Noomen. Bij een verkoping 12 jaar later werd hij Het Blauwe Hert genoemd.

Op 22 april 1744 werd het Blauwe Hert voor sloop verkocht. De koper was Lourens Hooglander, die ƒ 775 voor de molen betaalde. Kort hierna werd de molen afgebroken en werden zijn onderdelen verkocht. En zo werd ook het Blauwe Hert slachtoffer van de crisis die in het midden van de achttiende eeuw heerste in de houtindustrie.

Bronnen:
- “de Zaende” 6e jaargang 1951 blz. 1-12
- “250 Zaanse molens” R. Couwenhoven 2001 blz. 33
- “Duizend Zaanse molens” P. Boorsma 1968 blz. 80
- "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 27.

aanvullingen

trivia
De locatie een schatting gebaseerd op de beschrijving van Boormsa.

[*] Volgens mij stond de molen ten westen van de Vaart aan de Herenwatering.
In 1684 werd het Blauwe Hert verkocht en werden de belendingen genoemd. Bij deze belendingen werd Dirk Jacobsz Voogt genoemd. Zijn erf lag ten noorden van Het Blauwe Hert en Voogt was eigenaar van de paltrok De Rode Jager of Waipot. Deze molen stond ten oosten van de Heerenwatering en had het Jagerspad als toegangspad. Het Blauwe Hert moet dus op de westelijke oever van de Vaart hebben gestaan, want de Heerenwatering liep een stuk voorbij De Vaart en ten westen daarvan.
Boorsma ging er vanuit dat de molen ten oosten van de Vaart stond omdat er een melding is dat ‘t Hert aan ‘t endt van ‘t Molenpadt stond. Dat was de huidige Botenmakerstraat en die liep in de zeventiende eeuw - en nu nog - niet voorbij de Vaart en oostelijk daarvan, maar Het Blauwe Hert stond dus verder achter het pad in het Westzijderveld.
Er zijn in de transportactes geen andere sporen van Voogd te vinden dan die waarop zijn molen stond. Zeker in de zeventiende eeuw werkten de eigenaren vaak zelf met de zaagmolens en woonden dan ook in een huis op het molenerf.
Ron Couwenhoven, 18 aug. 2018.