Molen De Bijenkorf, Zaandam-West

Zaandam-West, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Bijenkorf
modeltype
Paltrokmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06670 h
oude dbnr.
V3391
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Zaandam-West
plaatsaanduiding
N van de Bullekerk op het Langeland, aan het Stuurmanpad
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
geo positie
X: 116308, Y: 495463
N: 52.44558, O: 4.81811

constructie

modeltype
Paltrokmolen
krachtbron
wind
functie
inrichting
als balkenzager
plaats kruiwerk
onderkruier
kruiwerk
onderkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
De windbrief van de Westzaandamse paltrok De Bijenkorf bleef lang in het duister gehuld, maar op 14 juni 1631 gaf de Graefelijkheidsrekenkamer van de Staten van Holland ende Westvriesland zo'n document af op naam van Walich Claasz. Een molennaam werd, zoals toen gebruikelijk, niet genoemd. Er moest een windpacht van 3 pont Vlaamse Grooten van 40 't pont worden betaald. Dat was het standaardbedrag voor een gewone paltrok. Vermoedelijk ging het hier om de windbrief van De Bijenkorf. Molens bleven in de zeventiende eeuw over het algemeen zeer lang in dezelfde familie. Het feit dat Walig Claasz Noomen in het begin van de achttiende eeuw als eigenaar werd genoemd en zijn naamsverwantheid aan de eigenaar van de windbrief uit 1631 - vermoedelijk was hij een kleinzoon, die geheel in de lijn van de vernoemingen binnen families naar zijn grootvader van vaderskant was genoemd - duiden daarop.

De balkenzager De Bijenkorf kwam in 1707 voor het voetlicht, toen Albert Pietersz Gijsen de molen op 11 januari voor ƒ 500, verzekerde tegen brandschade. Het ging dus om een kleine paltrok. Gijsen had De Bijkorf – zoals hij werd genoemd – gekocht van de erfgenamen van Jannitie Dirckx, weduwe van Walig Claasz Noomen. Van hen nam hij 2/3e part in de houtzaagmolen.

De molen stond aan het Stuurmanpad nabij het Westeinde, vermoedelijk op het latere kadastrale perceel Zaandam G no. 186/187. Albert Pietersz Gijsen sloot op 8 augustus 1720 een contract met Dirk Claasz Groot van de zaagmolen De Oranjeboom, waarbij Groot het recht van vrij overpad over het erf van De Bijenkorf kreeg en bovendien zijn balken in de sloot bij de molen mocht leggen.

Op 5 juni 1723 werd de molen voor ƒ 1400 tegen brand verzekerd op naam van Adriaan Arisz Volger, maar vermoedelijk trad hij namens de familie Gijsen op of hij was een huurder. In de winter van 1726 werd Walig Albertsz Gijsen genoemd als eigenaar door drie schaatsenrijders. Drie jaar later werd in het register van de windpacht gemeld dat hij de opvolger was van Allert Pietersz Gijsen, die ongetwijfeld zijn vader was. Walig Gijsen was getrouwd met Lysbeth Gerrits. Op 24 juli 1729 bleek dat de weduwe was hertrouwd met Jan Janse de Goy, de eigenaar van de paltrok De Ladder Jacobs.

De molen werd op 22 januari 1729 voor ƒ 2900 verkocht aan Jacob Claasz Musk die hem op zijn beurt al een jaar later voor ƒ 3800 verkocht aan Pieter Dirksz Haen uit Oostzaandam, die er voor dat bedrag ook een koeschuit bij kreeg. Haan had maar kort plezier van zijn nieuwe aanwinst, want op 18 december 1731 was hij overleden. De molen bleef in de familie Haan, want zoon Dirk werd de nieuwe eigenaar. Hij ging een moeilijke periode tegemoet waarin het zeer slecht ging in de houthandel-en zagerij.

In 1748 werd het verzekerde bedrag van de molen verlaagd. In deze tijd ging het zeer slecht met de houtzagerij in de Zaanstreek. Doordat de Engelsen omstreeks 1740 zeer hoge invoerrechten gingen berekenen voor bewerkt hout, was het niet meer lonend om gezaagd hout naar Engeland te exporteren. Toen 12 jaar later ook nog eens een invoerverbod van gezaagd hout naar de Zuidelijke Nederlanden werd aangekondigd, betekende dit de doodsklap voor de wagenschotzagerij. Binnen een tijdsbestek van 30 jaar verdwenen er meer dan 100 houtzaagmolens uit de Zaanstreek, ook de Bijenkorf was hierbij.

De windpacht werd op 25 februari 1752 geroyeerd, dat betekent dat de molen was verdwenen. Het is dus aannemelijk dat de molen in 1752 is gesloopt. Op 15 juni verkocht Dirk Pietersz Haan het erf "daerop de houtsaagmolen De Bijkorv heeft gestaan" voor ƒ 41 aan Vechter Adriaansz Vander. Ten tijde van het kadaster van 1832 behoorde het voormalige erf aan dezelfde eigenaar als molen De Oranjeboom.

Bronnen:
- “Duizend Zaanse molens” P. Boorsma 1968 blz. 76
- "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 20 (tekst niet geheel juist).
- Aanvullingen van Ron Couwenhoven, 12 aug. 2018.

aanvullingen

trivia
De aangeduide locatie op Google Maps is een (betrouwbare) benadering, de exacte locatie van het oude molenerf is niet meer terug te vinden.