Molen De Vergulde Duif, Zaandam-West

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1699

verdwenen

1745

afgebroken

geschiedenis

De windbrief voor De Vergulde Duif werd op 9 september 1699 uitgereikt aan Jan Coulumbeau, wiens familie later ook met de paltrok “De Blauwe Druif” werkte.

Op 8 april 1713 werd door de weduwe Coulombeau & zonen een houtveiling bij de molen gehouden. Kort hierna kwam De Vergulde Duif in bezit van Pieter Jansz. de Haas.

Op de zgn. Schaatsenrijderslijst uit 1726 wordt deze molen vermoedelijk abusievelijk “De Blauwe Duif” [bedoeld wordt De Blauwe Druif] genoemd. Als eigenaar van de molen werden toen de erfgenamen van Pieter Jansz. de Haas genoemd. Op 23 februari 1741 werd de molen door de erfgenamen van De Haas verdeeld onder zijn kinderen, met de vermelding dat de molen achter het Vinkepad en het Kuiperspad stond, op een gehuurd erf.

Pieter Boorsma schrijft in zijn boek “Duizend Zaanse molens” dat volgens molenonderzoeker J.W. Groot de molen nog in 1795 bestond, hiervoor zijn echter geen bewijzen gevonden.
In de Resolutieboeken van de Ambagtsheren van de Banne Westzaan staat dat de schepenen op 25 februari 1747 besloten de windpacht van De Vergulde Druyff te royeren, omdat de molen was afgebroken.

Bronnen:
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz. 77
- www.duizendzaansemolens.nl R. Couwenhoven
- "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 23 (windbrief is niet van dec. maar van sept.).