Molen De Oude Hoop, Zaandam-West

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1690

verdwenen

1743

geschiedenis

Ook van de Oude Hoop ligt het bouwjaar in het duister. De Oude Hoop wordt voor het eerst genoemd op 25 mei 1690, als Gerrit Pietersz. Meijn de molen koopt van zijn broer Jan Pietersz. Meijn. Een maand later op 22 juni 1690 komt de molen voor in een stuk betreffende het graven van een sloot.

De molen werd vermeld bij een landverkoop op 9 december 1694.

Op 27 augustus 1711 kocht Jacob Claasz. IJskes van Gerrit Jansz. Keg, “het land daerop de houtzaagmolen De Hoop, die gestaen heeft aan het einde van het oude Wijnkanspad.” Jacob Claasz. IJskes was later eigenaar van de Oude Hoop, en Gerrit Keg bezat de paltrok “de Hoop” achter het Wijnkanspad. Hoe deze lieden en molens met elkaar verbonden zijn blijft erg onduidelijk en verwarrend, verder lijkt het erop dat één der “Hopen” een voorganger heeft gehad. (Mogelijk worden er gegevens van de molen “de Hoop” en “de Oude Hoop” door elkaar gehaald, alhoewel beide molens niet echt naast elkaar stonden.)
Veel meer gegevens zijn er over de Oude Hoop niet voorhanden. In 1726 stond de molen nog steeds op naam van Jacob Claasz. IJskes.
Ook deze wagenschotzager verdween in het midden van de achttiende eeuw. In deze periode ging het zeer slecht met de houtzagerij in de Zaanstreek. Doordat de Engelsen omstreeks 1740 zeer hoge invoerrechten gingen berekenen voor bewerkt hout, was het niet meer lonend om gezaagd hout naar Engeland te exporteren. Toen 12 jaar later ook nog eens een invoerverbod van gezaagd hout naar de Zuidelijke Nederlanden werd aangekondigd, werd dit de doodsklap voor de wagenschotzagerij. Ook voor de balkenzagers brak toen een slechte tijd aan, alhoewel deze tak van de houtzagerij zich later herstelde. Binnen een tijdsbestek van 30 jaar verdwenen er meer dan 100 houtzaagmolens uit de Zaanstreek.
Op 16 mei 1743 werd de molen geveild, “om van het erf af te halen binnen de tijt van 3 maanden”. Twee molenslopers uit die tijd doen een bod op de molen, Lourens Hooglander bood ƒ 435 en Claas Rol bood iets meer nl. ƒ 437. De molen kwam dus in handen van Claas Rol die hem kort daarna sloopte. Op 14 januari 1744 werd het lege erf van de molen verkocht.

Bronnen:
- “250 Zaanse molens” R. Couwenhoven 2001 blz. 33-34
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz. 81
- www.duizendzaansemolens.nl R. Couwenhoven
- "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 30.