Molen De Liefde, Zaandam-West

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1718

verdwenen

1801

gesloopt

geschiedenis

Van deze Liefde is het stichtingsjaar onbekend. De molen werd op 8 september 1718 tegen brand verzekerd in een assurantiecontract door eigenaar Pieter Jansz. Al. Op 24 april 1726 is Pieter Al nog steeds eigenaar van de Liefde, op die dag laat hij de molen overschrijven naar een nieuwe brandverzekering. De verzekerde waarde van de molen loopt in de jaren daarop sterk terug door de economische crisis die heerste in de zagerijwereld. Met name met de wagenschotzagerij gaat het bijzonder slecht. Doordat de Engelsen omstreeks 1740 zeer hoge invoerrechten gingen berekenen voor bewerkt hout, was het niet meer lonend om gezaagd hout naar Engeland te exporteren. Toen 12 jaar later ook nog eens een invoerverbod van gezaagd hout naar de Zuidelijke Nederlanden werd aangekondigd, betekende dit de doodsklap voor de wagenschotzagerij. De balkenzagerij wist zich naderhand te herstellen van de klap. Binnen een tijdsbestek van 30 jaar verdwenen er meer dan 100 houtzaagmolens uit de Zaanstreek. Toch wist Pieter Al met zijn molen deze slechte tijd te overleven. Pieter Al bleef zeer lang houtzager met de Liefde. In 1758 wordt hij voor het laatst in verband gebracht met de molen.
Korte tijd daarna was Claas Cornelisz. Stoffels eigenaar van de molen, hij verkocht de Liefde op zijn beurt op 6 juni 1771 aan Dirk Breeuwer. In 1780 werd de Liefde het eigendom van Dirk Breeuwers zoon, Eske Breeuwer. Het einde van de Liefde kwam tijdens de Franse bezetting. Op 11 januari 1798 liet Eske Breeuwer de Liefde veilen. Tijdens deze veiling werd er maar Fl.240,- geboden voor de molen, zodat deze werd opgehouden. Breeuwer verkocht de molen toen onderhands voor Fl.500,- aan Leendert IJsbergen uit Dordrecht. Vreemd genoeg kocht Breeuwer op 6 november 1798 de molen weer terug voor Fl.376,-. Het is niet duidelijk of Eske Breeuwer nu nog met de molen werkte of dat deze gewoon stil stond. Op 2 april 1801 bood Breeuwer de Liefde opnieuw te koop aan. Mogelijk was de molen in een vervallen conditie gekomen, het hoogste bod bedroeg nu maar Fl.100,- en weer werd de Liefde niet verkocht. Enkele maanden later, op 9 juli, waagt Breeuwer nogmaals een poging om van zijn molen af te komen. Ditmaal werd er na afloop van de veiling vermeld, dat de molen geen geld waard was. Dit was dan ook het einde van deze paltrok, nog in hetzelfde jaar verdween de Liefde uit het Zaanse landschap. Op 14 januari 1802 werd het volgende te koop aangeboden:”het Erv van de afgebroken Molen de Lievde”. Koper was Hannes de Vries voor slechts Fl.6,-.

Bronnen:
- “de Zaende” 2e jaargang 1947 blz. 331
- www.duizendzaansemolens.nl R.Couwenhoven
- “Duizend Zaanse Molens” P.Boorsma 1968 blz. 84
F. Rol.