Molen De Trommelslager / De Trommel, Zaandam-West

Zaandam-West, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Trommelslager / De Trommel
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06666 r
oude dbnr.
V4130
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Zaandam-West
plaatsaanduiding
aan de Papenpadsloot nz., beoosten de spoorweg
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
geo positie
X: 115637, Y: 495771
N: 52.44830, O: 4.80820

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Het bouwjaar van de Trommelslager is nog niet gevonden. De molen is echter van oude datum, want het eerste gegeven dateert van 18 november 1638, de molen werd toen genoemd in een acte.

Op 29 juni 1675 wordt hij genoemd in een citaat uit een protocol van Notaris Simon Oosterhoorn, betreffende een geschil, waarin omschreven: "de opperknecht van de olymolen de Trommelslager".

Op 31 maart 1682 werd de Trommel tegen brand verzekerd door Stoffel Jansz. Muses, ook eigenaar van de oliemolen "de Jasper". Op 3 juli 1702 kregen beide oliemolens een andere eigenaar uit de familie Muses, vermoedelijk was Stoffel Jansz. Muses overleden. De Jasper kwam in bezit van Stoffels zoon, Jan Stoffelsz. en de Trommel kwam in handen van Theuwis Jansz. Muses.
Uit de naam Muses (=Muus z'n zoon) werd later de achternaam Muuse gevormd. Theuwis Jansz. Muses gebruikte ook Nagelmaker als achternaam, onder deze naam trad hij op 14 juni 1727 toe tot het op die dag opgerichte olieslagerscontract voor ladingen. De opstal van de molen zelf werd op 23 mei 1737 door Muses opgenomen in het OC.

Op 11 januari 1742 boden de erfgenamen van Cornelis Teeuwisz. Muusz. ter veiling aan: "Een extra welgelegen en weldoortimmerde, dubbelde olymolen genaamt de Trommel c.a. op de Papeveersloot, belent ten oosten de molen de Koning, ten suijden de olymolen de Vos, ten westen de Quakreijger en ten noorden de Groote Arend." De Trommel werd gekocht door Jacob Middelhoven, voor Jan Claasz. Nel, die er ƒ 6650 voor betaalde.

De molen werd weer in veiling gebracht op 8 februari 1755: "Een hegte agtkante dubbelde olijmolen genaamt de Trommel. De molen de Liefde heeft over het erf van dit perceel een padt. Deese molen is verhuurt tot meij 1756 toe per last voor ƒ 17:0:0 voor het cool en ƒ 18:0:0 voor het lijnsaet." De molen werd opgehouden.
Uit de bovenstaande tekst blijkt dat de Trommel werd verhuurd, hiervoor moest de huurder aan de huurbaas voor iedere last koolzaad ƒ 17 en voor iedere last lijnzaad ƒ 18 betalen, de huurbaas moest hiervoor het personeel van de molen betalen en al het onderhoud aan de molen voor zijn rekening nemen.
Op 8 januari 1757 kwam de Trommel in handen van Claas Taan die er ƒ 5400 voor betaalde.

Wanneer de Trommel precies verdween, is nog niet bekend, de molen sneuvelde tegen het einde van de Franse tijd. Tussen 20 december 1809 en 14 juni 1814 werd de molen uit het OC geschreven. De laatste vermelding van de molen is in een advertentie van de Oprechte Haarlemsche Courant van 25 april 1811. Drie makelaars kondigden een veiling aan die op 27 april zou worden gehouden in Het Moriaanshoofd in Oostzaandam en waarbij de "ontramponeerde olijmoolen De Trommel ter amovatie" werd aangeboden. Een jaar eerder was de kap afgemalen. Het is dus aannemelijk dat de molen in 1811 werd gesloopt.

Bronnen:
- "Duizend Zaanse molens" P. Boorsma 1968 blz. 104
- "Zaanse windmolens" P. Boorsma 1939 blz. 204-205
- "Gedenkboek voor het olieslagerscontract" 1912
- "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 78-79.