Molen De Keizer, bijgenaamd De Lomp, Westzaan

Westzaan, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Keizer, bijgenaamd De Lomp
modeltype
Paltrokmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Ten Bruggencate-nr.
06662 k
oude dbnr.
V3232
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Westzaan
plaatsaanduiding
In de Zuid, ten westen van de weg, aan en ten noorden van de Noorder IJ en Zeedijk.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek

constructie

modeltype
Paltrokmolen
krachtbron
wind
functie
inrichting
als balkenzager
plaats kruiwerk
onderkruier
kruiwerk
onderkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1809 - 1812 gesloopt
geschiedenis
Het bouwjaar van De Keizer is nog niet gevonden. De eerste vermelding is een schuldbekentenis die werd gemaakt op 7 juli 1678. Op die dag liet Pieter Dirksz. Blauw uit Westzaan weten dat hij nog ƒ 1433 moest betalen aan Trijntje Cornelis, weduwe van Dirk Dirksz. Blauw, Gerrit Dircksz. Blauw en Guurtje en Maritje Cornelis Blauw. Het geldbedrag dat Blauw nog moest betalen was voor een 2/3 aandeel in de paltrok De Keizer. De molen zou vrijwel zijn hele bestaan blijven werken voor deze voorname Westzaanse familie.

Op 28 juli 1731 werd bij de Westzaner notaris Jongewaard een brandcontract opgericht. De molens die hierin werden verzekerd waren houtzaagmolens, zij stonden alle in de zuid van Westzaan en aan de westkant van de Zuiderwatering van Zaandam-West. Bij de oprichting van dit contract stond De Keizer op naam van Dirk Pietersz. Blauw. In 1745 stond de molen op naam van Hendrik Dirksz. Blauw en De Keizer wordt genoemd in de boedelscheiding van Aaltje Blauw, op 31 maart 1778 werd. Wanneer de molen in andere handen kwam, is niet bekend.

Tegen het einde van de Napoleontische tijd was De Keizer het bezit van Cornelis Jansz. Dekker. Op 8 maart 1809 liet hij de molen tegen brand verzekeren in een assurantiecontract, speciaal voor paltrokmolens uit Westzaan en Zaandam-West. Toen drie jaar later het contract werd hernieuwd, bleek De Keizer geen deelnemer meer te zijn. De molen werd vermoedelijk kort daarvoor gesloopt.

In de molenlijst van de drie schaatsenrijders uit 1726 komt grenen-balkenzager Het Lompie voor. Jacob Oostwoud legde de exacte plaats van molen De Lomp in 1777 vast bij zijn onderzoek naar de zeedijken, hij stond tussen de palen 8 en 9. Lomp of Lompie was een bijnaam voor paltrokmolen De Keizer.

Bronnen:
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz. 219
- “250 Zaanse molens” R. Couwenhoven 2001 blz. 107
- “Zaanse molenbranden” R. Couwenhoven 2001 blz. 14-18
- "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 169, 302