Molen De Palmboom, Westzaan

Westzaan, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Palmboom
modeltype
Paltrokmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Ten Bruggencate-nr.
06662 h
oude dbnr.
V3236
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Westzaan
plaatsaanduiding
In de Zuid, aan en ten noorden van de Pronkersloot.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek

constructie

modeltype
Paltrokmolen
krachtbron
wind
functie
inrichting
als wagenschotzager
plaats kruiwerk
onderkruier
kruiwerk
onderkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
De wagenschotzager De Palmboom werd gebouwd in het jaar 1721. Op 24 oktober van dat jaar verkreeg Thijs Dirksz. Engel de windbrief voor deze molen en op 1 november begon De Palmboom daadwerkelijk met zagen.
Op 28 juli 1731 werd bij de Westzaner notaris Jongewaard een brandcontract opgericht. De molens die hierin werden verzekerd waren houtzaagmolens, zij stonden allen in de zuid van Westzaan en aan de westkant van de Zuiderwatering van Zaandam-West. Tijdens de oprichting van dit contract stond de molen nog steeds op naam van Thijs Engel. De Palmboom bleef tot 1741 zijn hout zagen voor Thijs Engel, in het begin van dat jaar verkocht hij de molen aan Jan Hoofd. Deze man werkte ruim tien jaar met de molen en verkocht hem in 1752 aan Tijmen Broek, welke hem op 25 mei van dat jaar tegen brand liet verzekeren. De verzekerde waarde van de molen bedroeg toen Fl.1500,-, dat is een aanzienlijk bedrag voor een wagenschotzager in die tijd.
In het midden van de achttiende eeuw ging het zeer slecht met de houtzagerij in de Zaanstreek. Doordat de Engelsen omstreeks 1740 zeer hoge invoerrechten gingen berekenen voor bewerkt hout, was het niet meer lonend om gezaagd hout naar Engeland te exporteren. Toen 12 jaar later ook nog eens een invoerverbod van gezaagd hout naar de Zuidelijke Nederlanden werd aangekondigd, betekende dit de doodsklap voor de wagenschotzagerij. De balkenzagerij wist zich naderhand te herstellen van de klap. Binnen een tijdsbestek van 30 jaar verdwenen er meer dan 100 houtzaagmolens uit de Zaanstreek. De Palmboom overleefde deze malaise.

Tijmen Broek stierf in 1770 waarna de molen in bezit kwam van zijn schoonzoon Jan Simonsz. Duyn. Ook Jan Duyn bleef ruim tien jaar met De Palmboom werken, daarna deed hij hem over aan Cornelis Valk:
Vb.Wzn. 9 juni 1781: "De Erfgenaamen van Hendrik Valk en Maartje Rutgers Taan presenteeren een wagenschotzagersmoolen genaamd de Palmboom. De eigenaar heeft eenvrije overgang ovder de brug en 't pas van de Molen de Groote St. Jacob als in zekere acte op den 24 Januari 1722 voor den notaris Jan teunisz Cocg te Zaandam beschreven. Koper: Cornelis Valk voor ƒ 500.-.-" (R.A.Hlm. Techt.Arch. nr. 1736).

Valk verkocht de molen op zijn beurt op 8 mei 1788 voor ƒ 800 aan Jan Gorter.

Amsterdamsche Courant, 12 december 1794:
"Uit de hand te koop, een extraordinaris Welgeconditioneerde Wagenschot ZAAGMOLEN, zynde een Paltsrok, genaamd DE PALMBOOM, met deszelfs Houttuin, Lootzen, Erf, Land, Gereedschappen en verdere Aanhoorigheden, staande en gelegen te Westzaan in 't Zuid-Einde, naby den Hoogendyk."

Op 24 januari 1795 werd De Palmboom geveild. Het hoogste bod voor de molen was slechts ƒ 350 waarna de veiling stopte. Een jaar later werd de molen nogmaals geveild, ditmaal werd de molen wel verkocht, voor ƒ 600 werd de firma Schilp & Comp. eigenaar van de molen. Zij ging niet met de molen zagen, maar liet hem slopen.

Bronnen:
- “Duizend Zaanse molens” P. Boorsma 1968 blz. 219
- www.duizendzaansemolens.nl R. Couwenhoven
- “Zaanse molenbranden” R. Couwenhoven 2001 blz. 14-18
F. Rol, Zaandijk.

aanvullingen

trivia
In Westzaan is er een straat genoemd naar deze molen, deze straat ligt beslist niet in de buurt van waar De Palmboom heeft gestaan.