Molen De Wonderlijkheid, Uitgeest

Uitgeest, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Wonderlijkheid
modeltype
Onbekende windmolen
functie
pelmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06660 t
oude dbnr.
V7590
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Uitgeest
plaatsaanduiding
aan de Meldijk
gemeente
Uitgeest, Noord-Holland
streek
Noord-Kennemerland
geo positie
X: 109509, Y: 504670
N: 52.52780, O: 4.71686

constructie

modeltype
Onbekende windmolen
krachtbron
wind
functie
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
afgebroken
geschiedenis
Claes Reyerse Gorter verkreeg op 29 juli 1699 het windrecht voor deze molen.
Bron en algemene informatie: www.gahetna.nl, index Grafelijkheidsrekenkamer: windrechten (molens)

Gezien zijn familienaam had hij toen reeds de gorterij die bij de molen gevestigd was, zie Tenbruggencatenummer 07589. De ligging wordt beschreven als aan de Meldijk, maar ook als aan de oostzijde van het dorp, tussen het begin van de Lagedijk en de Buitendijksmeer. Het hoge pachtbedrag van 12 ponden kan verklaard worden uit de aanwezigheid van de grutmolen. In de windbrief werd Gorter verplicht om de naam De Wonderlijckheijdt duidelijk op de molen aan te geven.

De regenten van uitgeest beklaagden zich op 30 januari 1714 over de toenmalige eigenaar Jan Jansz Cint of Cinte en zijn knechten. Voortaan mochten zij uitsluitend nog overdag malen, tussen zonsopkomst en -ondergang.

Jan Cint Burger verkocht beide molens op 28 juni 1720 aan Willem Makreel uit Uitgeest, oorspronkelijk uit Leiden. Het totaalbedrag inclusief molenpaarden en een "chees" bedroeg ƒ 3750. Doch reeds op 17 november 1722 verkocht Cint de molen (in opdracht van Makreel) opnieuw aan de nog minderjarige Raeijer Claas te Uitgeest, met ƒ 200 verlies voor Makreel, die terugkeerde naar Leiden om als korendrager te werken.

Op 21 november 1725 verkocht de inmiddels meerderjarige Raeijer Claas de molens met toebehoren voor ƒ 2750 aan Pieter Verdwaal uit Durgerdam. Het tuintje bewesten de het huis behield Claas echter zelf.

Vijf jaar later, op 1 augustus 1730, werd de molen liefst drie keer verkocht op dezelfde dag! In opdracht van de twee voogden van Pieter Verdwaal, Jacob Verdwaal en Sybrant de Jongh, droegen Gerrit Claas Stockemaker en Dirk Jansz Swan de molen voor ƒ 830 over aan Pieter Janssen, gorter te Uitgeest. Pieter Janssen verkocht beide molens inclusief 261 roeden grond voor dezelfde prijs meteen door aan Gerrit Jansz Naardenburgh. Daarna verkocht Naardenburgh de pelmolen (zonder gortmolen?) voor ƒ 400 weer door aan Jan Janssen Verbiest, onder voorwaarde dat hier nooit een gorterij gevestigd mocht worden.

De aantekeningen van de windrechten in het ambachtsregister eindigen met de eenvoudige mededeling "Ao 1748 afgebroken".

Bron: "Molens in de Banne Uitgeest", Dr. A.J. Kölker, 1990. Met dank aan H. van der Kaay.

aanvullingen

trivia
NB De aangegeven locatie is een schatting naar het kaartje in genoemd boek.