Molen De Hoop, Oostzaan

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

verdwenen

1826

1825 - 1826 gesloopt

geschiedenis

Over deze molen is ook maar weinig opgeschreven. De Hoop werd gebouwd als volmolen, omstreeks het jaar 1695. Willem Buys vermeldt in zijn boekje “De Windmolens aan de Zaanstreek” uit 1918, dat de windbrief van de molen in 1694 werd aangevraagd door Jacob Pietersz. Braak. Pieter Boorsma vermeldt dit niet in zijn standaardwerk “Duizend Zaanse molens”, het enige wat hij over de stichting van de molen zegt, is dat deze vermoedelijk omstreeks 1695 werd gebouwd.
De Hoop zou tot 1781 blijven functioneren als volmolen, daarna werd hij vertimmerd tot (gerst) pelmolen. Het jaar van de verbouwing kwam aan het licht door een verklaring van Willem de Vlugt uit Oostzaandam. Op 24 mei 1781 verklaarde Willem de Vlugt, houtzaagmolenaar uit Oostzaandam, voor notaris Robertus de Vries, dat “hij was aangerand, terwijl hij op weg was om te gaan kijken naar het verbouwen off veranderen van een geweezene volmolen, staande aan het Weerpad.” Dit kon alleen maar de Hoop betreffen.
Op 24 april 1782 gaan Wijntje Zwan en haar zoon Jacob van Heijningen een compagnonschap aan met de bedoeling samen de pelmolen de Hoop te exploiteren. Het bedrijfskapitaal was Fl.11000,-. Vermoedelijk betreft het hier dezelfde van Heijningen die twintig jaar eerder de snuifmolen “de Heining” had laten bouwen.
De Hoop werd op 15 november 1825 voor sloop verkocht. Adriaan Duyvis kocht de molen voor Fl.1050,-. De Hoop was tijdens de watersnoodramp, die plaats vond in dat jaar, zo zwaar beschadigd, dat herstel niet meer mogelijk was.
Eind 1825, begin 1826 verdween de Hoop uit Oostzaan.

Bronnen:
- “Duizend Zaanse Molens” P. Boorsma 1968 blz.237
- “De Windmolens aan de Zaanstreek” W. Buijs Pzn. 1918 blz. 56
F. Rol.