Molen (standerdmolen), Oost-Vlieland

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1563

verdwenen

voor 1719

opvolger

Oost-Vlieland ((binnenkruier))

geschiedenis

Op 4 maart 1563 werd voor de erfpachtsom van 20 schelling een windbrief (het recht om een molen te mogen bouwen en exploiteren) voor een molen te Vlieland 'op het Oosteinde' verstrekt aan Grietgen Jacobsd., weduwe van Jacob Heinricxz. Opgemerkt wordt dat de molen 'vroger op Schermerkooch' (Schiermonnikoog) stond.
Bron en algemene informatie: www.gahetna.nl, index Grafelijkheidsrekenkamer: windrechten (molens)
-----

In 1597 was de gemeente eigenaar geworden van de molen.
Daarvoor was de molen eigendom van Dirck Gerritz. Bosch. Dick voldeed echter niet als molenaar waardoor de Vlielanders noodgedwongen hun graan naar Harlingen moesten brengen om het daar te laten malen. Wegens ieders ontevredenheid moest Dick in 1597 de molen verkopen aan de gemeente. In 1600 werd de molen gerepareerd waarna in 1601 de molen te koop werd aangeboden. Niemand reageerde hierop.
Men hoopte dat er weer spoedig graan gemalen zou worden.
In 1682 wilde de gemeente Vlieland deze molen verkopen.
In maart van dat jaar werd oa. bij "de Wed. Abel van der Storck, Boeckverkoopster op 't Water, by de Nieuwe Brug" te Amsterdam bekend gemaakt dat er een "Willighe Verkoopinghe van een windtkoren-molen op den 20 Maert 1682 op Oost-Vlielandt", zou plaatsvinden.

In 1825 kreeg de "roggemolen" een grote opknapbeurt, uit het bewaard gebleven bestek blijkt dan dat het hier niet om een standerdmolen ging maar een zeskante binnenkruier.

Bronnen:
- tekst van Jan Houter (geschreven in 1983).
- De korenmolen van Vlieland, art. door Chris Visser in De Utskoat nr. 115, sept. 2004.