Molen De Bocht (1e voorganger), Sint Maartensbrug

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1607

verdwenen

circa 1705

opvolger

Sint Maartensbrug (De Bocht (2e voorganger))

geschiedenis

Op de plek van de latere De Bocht stond allereerst een standerdmolen, die zorgde voor het meel van de pas drooggelegde polder De Zijpe. Mogelijk werd de molen al in 1597 gebouwd, maar in 1610 wordt voor het eerst de afdracht van recognitie van de wind vermeld, van de hoofdingelanden aan Pieter Pauw, rentmeester van de grafelijke Vroon- en Zijplanden.

In 1643 was J. Reyersz. de eigenaar, in 1674 en 1676 wordt Meijndert Jacobs vermeld. Guurtie Meindertsdochter huwde Cornelis Simonszoon en zij hadden rond 1700 de molen in eigendom. Na het overlijden van Cornelis hertrouwde Guurtie op 17 juni 1703 met Mies Ariënszoon, in 1705 was hij de eigenaar.

Blijkens notariële akte van 30 juni 1705 ging de eigenaar Meus Ariensz voor deze molen een lening van ƒ 1200 aan "tot opbouw van de volgende korenmolen". Door bouwvalligheid, brand of iets anders zal deze molen dus verdwenen zijn.

Bronnen:
- Boer/ archief Ten Bruggencate.
- "Korenmolen "De Bocht"" door Jan E. de Boer, in "Molenpost" nr. 86. Met dank aan H. van der Kaay.
- De historie van de korenmolen 'De Bocht' (1608-1962), art. door J.E. de Boer in Zijper Historie Blad 1997-01, blz. 24-25. Historische Vereniging 'De Zijpe'.
-----

Op 18 december 1607 werd voor de erfpachtsom van 2 pond 10 schelling een windbrief (het recht om een molen te mogen bouwen en exploiteren) voor een korenmolen te Zijpe verstrekt aan Hoofd Ingelanden, Dijkgraven en Heemraden van de Zijpe.
Bron en algemene informatie: www.gahetna.nl, index Grafelijkheidsrekenkamer: windrechten (molens)