Molen De Witte Duif / De Pachter, Krommenie

Krommenie, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Witte Duif / De Pachter
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
hennepklopper
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06656 b
oude dbnr.
V3213
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Krommenie
plaatsaanduiding
Aan de Pachtersloot (ged. in 1948), iets ten noorden van het begin van de Pachterstraat.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Crommenie en Crommeniedijk B (1) 274 Klaas Hekelaar & Comp., fabrikeurs
geo positie
X: 112660, Y: 501515
N: 52.49970, O: 4.76369

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Vermoedelijk acht tot tien stampers.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1886 onttakeld 1891 gesloopt
geschiedenis
Met de bouw van de hennepklopper De Witte Duif werd begonnen in 1652. Op 20 november van dat jaar werd de windbrief voor de molen uitgereikt aan de toenmalige burgemeester van Krommenie, Willem Gavisz. de Jong.
Willem Gavisz. de Jong bleef tot 9 oktober 1671 eigenaar van De Witte Duif.
Op die dag verkocht Willem Gavisz. 19/22 part in de molen voor Fl.1685:18:0 aan een tiental rolreders uit Krommenie. Zij zouden die dag ook het merendeel van de aandelen in de hennepkloppers De Zwaan, De Weldragende Kersenboom en De Haan kopen. Willem Gavisz. zou 1/22 part in De Witte Duif behouden. Dit kleine aandeel in de molen behield Willem Gavisz. onder de volgende conditie, “dat Willem Gavisz. 1/22 in de molen sal mogen blijven behouden, zoolang hem en sijn erven dat belieft, maer dat in requarde van sijn consorten hare portien met desselfs doot sullen uijtsterven ende bij de gemelte compagne aangenoomen worden tot taxatie van onpartijdige mannen, teware deselve meede tot rol-reederij komen.”

De rolreders.
De verwerking van hennep tot touw en zeildoek is in het verleden een van de grootste industrieën van Krommenie geweest. Naast de 13 hennepkloppers waren er ook een groot aantal zeildoekwevers actief, dit waren doorgaans thuiswerkers. De eigenaren van de eerste hennepkloppers werken zelf met de molen en produceerden hun product in opdracht van de rolreders.
De rolreders kochten zelf de hennep in en lieten het op een van de molens beuken. Wanneer het product klaar was lieten zij het bij de thuiswevers tot zeildoek verwerken. Dit zeildoek werd door de rolreders weer opgehaald en verkocht.
Tot het midden van de zeventiende eeuw waren de rolreders afhankelijk van de hennepkloppers. De rolreders bezaten zelf geen molens. Dit betekende dat de molenaars van de hennepkloppers een monopoly positie bezaten en op die grond dus partijen hennep konden weigeren of een hoge prijs voor het beuken konden vragen.
Halverwege de zeventiende eeuw sloten de Krommenieër rolreders een verbond. Met gezamenlijk kapitaal besloten zij om de aandelen van de moleneigenaars te kopen. De grootste transactie vond plaats op 9 oktober 1671, toen de gezamenlijke rolreders het merendeel van de aandelen in de hennepkloppers De Weldragende Kersenboom, De Zwaan, De Haan en De Witte Duif kochten. In de jaren die daarop volgden kwamen ook de andere molens in bezit van de gezamenlijke rolreders.
Deze onderneming bleef tot 1865 bestaan en werd toen ontbonden. De 10 overgebleven aandeelhouders verdeelden de vijf resterende molens onder elkaar.

Veel meer gegevens over De Witte Duif of De Pachter zijn er niet voorhanden. Nadat in 1865 het contract der rolreders werd ontbonden kwam de molen in bezit van de firma Kaars-Sijpesteijn. Deze firma bezat een garenwerf in Krommenie en was actief in de olieslagerij met de West-Knollendammer oliemolens De Vrede en De Bakker.
Ook de hennepklopper De Weldragende Kersenboom kwam na 1865 in handen van deze firma. In 1885 besloot de firma Kaars-Sijpesteijn om haar windmolens van de hand te doen. De Weldragende Kersenboom werd toen gesloopt. Een jaar later volgde De Pachter die werd onttakeld. Er bestaat een vermoeden dat de molen toen reeds door een stoommachine werd aangedreven. In 1861 nl. had Bregtus Willem Kaars-Sijpesteijn toestemming gekregen tot het plaatsen van een stoomwerktuig voor de beukmolen en garendrogerij.
De resterende romp van De Pachter verdween in 1891, terwijl de resterende schuur nog tot 1906 bleef bestaan.

Bronnen:
“de Zaende” 3e jaargang 1948 blz. 361-362
“Duizend Zaanse Molens” P.Boorsma 1968 blz. 203
“Krommenie, zevenhonderdvijftig” uitgave van het historisch genootschap Crommenie 2001 blz. 121-122
“Encyclopedie van de Zaansteek” 1991 blz. 371-372
F. Rol, Zaandijk.

aanvullingen

trivia
De Pachterstraat in Krommenie is naar deze molen vernoemd, deze straat ligt iets ten zuiden van het vroegere molenerf.