Molen De Gorter / De Gortmolen / De Rietvink, Krommeniedijk

Krommeniedijk, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Gorter / De Gortmolen / De Rietvink
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
hennepklopper
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06655 l
oude dbnr.
V3198
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Krommeniedijk
plaatsaanduiding
Iets ten noorden van het kerkje, aan de oostelijke oever van de Crommenije.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
geo positie
X: 112083, Y: 503820
N: 52.52036, O: 4.75489

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Vermoedelijk zes of acht stampers.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Het bouwjaar van de hennepklopper De Gorter of De Gortmolen is niet precies bekend. De molen kwam voor het eerst naar voren op 28 april 1630. Op die dag werd er bij de Krommenieër notaris W. Haeses een acte opgesteld waarin het volgende werd genoemd, “Cornelis Dircksz., henpcloppermolenaer op Crommenijerdijck.” Hij was zeer waarschijnlijk de bouwheer van de molen, die kort hiervoor werd gebouwd. De windbrief van De Gorter werd op 10 augustus 1632 uitgereikt aan de zoon van Cornelis Dircksz, Dirck Cornelisz., die zich later Dirck Cornelisz. Gorter liet noemen. Dit verklaart meteen de naam van de molen.

Dirck Cornelisz. werkte vrij lang met deze Krommeniedijker molen. Op 31 juli 1665 verkocht Gorter de helft in de molen aan zijn zoon Cornelis Dircksz. en op 17 februari 1668 deed Dirck Gorter het resterende part over aan Cornelis Gorter.
De kleinzoon van de bouwheer van De Gorter werkte niet zolang met de molen als zijn vader. Op 11 januari 1669 verkocht Cornelis Gorter de molen voor ƒ 1400 aan een groep rolreders. Het kapitaal van de molen was toen verdeeld in 20 aandelen, één part bleef in handen van Gorter zelf.
Na deze overname door de rolreders werd de naam van De Gorter gewijzigd in De Rietvink.

De rolreders.
De verwerking van hennep tot touw en zeildoek is in het verleden een van de grootste industrieën van Krommenie geweest. Naast de 13 hennepkloppers waren er ook een groot aantal zeildoekwevers actief, dit waren doorgaans thuiswerkers. De eigenaren van de eerste hennepkloppers werken zelf met de molen en produceerden hun product in opdracht van de rolreders.
De rolreders kochten zelf de hennep in en lieten het op een van de molens beuken. Wanneer het product klaar was lieten zij het bij de thuiswevers tot zeildoek verwerken. Dit zeildoek werd door de rolreders weer opgehaald en verkocht.
Tot het midden van de zeventiende eeuw waren de rolreders afhankelijk van de hennepkloppers. De rolreders bezaten zelf geen molens. Dit betekende dat de molenaars van de hennepkloppers een monopoly positie bezaten en op die grond dus partijen hennep konden weigeren of een hoge prijs voor het beuken konden vragen.
Halverwege de zeventiende eeuw sloten de Krommenieër rolreders een verbond. Met gezamenlijk kapitaal besloten zij om de aandelen van de moleneigenaars te kopen. De grootste transactie vond plaats op 9 oktober 1671, toen de gezamenlijke rolreders het merendeel van de aandelen in de hennepkloppers De Weldragende Kersenboom, De Zwaan, De Haan en De Witte Duif kochten. In de jaren die daarop volgden kwamen ook de andere molens in bezit van de gezamenlijke rolreders.
Deze onderneming bleef tot 1865 bestaan en werd toen ontbonden. De 10 overgebleven aandeelhouders verdeelden de vijf resterende molens onder elkaar.

Ook van De Gorter of Rietvink werden de aandelen door de rolreders onderling weer verhandeld. Zo wordt op 20 oktober 1673 het volgende verkocht, “Claes Adriaensz. Aten, te Crommeniedijck, vercoopt een gerecht veertigste part van een hennipcloppersmoolen, staende en leggende op Crommeniedijck, genaemt de Gortmolen, voor 5 gulden aen gelt en nog twee rollen holants canifas.”
Als molencentrum binnen de Zaanstreek heeft Krommeniedijk nimmer een grote betekenis gehad. Slechts twee molens hebben er binnen de grenzen van dit dorp gestaan.
Aanvankelijk was De Rietvink gunstig gelegen aan de Crommenije, maar later werd deze vaarweg om onbekende redenen steeds minder gebruikt. Mogelijk slibten de vaarwegen dicht. Met de economie van Krommeniedijk ging het hierdoor ook bergafwaarts.
Op 5 januari 1792 verkochten de gezamenlijke rolreders de molen voor een bedrag van Fl. 419,- aan Cornelis Emmerseel en Cornelis Sparreboer. Deze twee heren lieten De Rietvink nog in hetzelfde jaar verdwijnen.

Bronnen:
“de Zaende” 3e jaargang 1948 blz. 354-355
“Duizend Zaanse Molens” P.Boorsma 1968 blz. 203-204
“Krommenie, zevenhonderdvijftig” uitgave van het historisch genootschap Crommenie 2001 blz. 120
www.duizendzaansemolens.nl R.Couwenhoven
F. Rol, Zaandijk.

aanvullingen

trivia
Hennepklopper “de Gorter” of “de Gortmolen”, later “de Rietvink” genaamd, achtkante bovenkruier met schuur, te Krommeniedijk iets ten noorden van het kerkje, aan de oostelijke oever van de Crommenije. Bouwjaar onbekend, gesloopt in 1792.

De locatie is gebaseerd op de in 1931 door G. Husslage bewerkte kadasterkaart.