Molen Het Kalf, Koog aan de Zaan

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1695

verdwenen

na 1703

geschiedenis

Van deze Koger snuifmolen zijn de voorhanden gegevens betreffende zijn geschiedenis uiterst schaars. De molen werd genoemd tijdens een geschil tussen de eigenaar en enkele ambachtslieden.

Op 20 december 1696 vond een proces plaats tussen moleneigenaar Cornelis Evertsz Huijsman en de ambachtslieden Adriaen Jansz Kam, timmerman van beroep, en Stoffel Janse Smidt, smid van beroep. De laatste twee beweerden dat er nog een rekening van ƒ 98:14:4 openstond uit het jaar 1695. Huijsman weigerde echter deze te voldoen, omdat niet hij als eigenaar verantwoordelijk was voor de schuld, maar zijn zoon, omdat die met de molen werkte. Omdat de heren het niet eens konden worden werd de zaak naar een hogere rechtbank verwezen. Dit proces zou plaats vinden op 25 april 1697.

Op 13 januari 1703 werd de molen geveild. Het Kalf was toen tabakstamper en veerzager. Koper werd Willem Jevits die er ƒ 240 voor betaalde.

Het molentje komt ook nog voor in de boedel van Maarten Cornelisz Sevenhuijsen, de eigenaar van papiermolen de Salamander, van 8 september 1703. Het juiste erf is onbekend, maar het moet nabij de Reëelenstraat zijn geweest.

Bronnen:
- “Duizend Zaanse molens” P. Boorsma 1968 blz. 160
- "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 192.