Molen De Hoop (2e voorganger), Loenen aan de Vecht

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1752

verdwenen

1900

verbrand

voorganger

Loenen aan de Vecht (De Hoop (1e voorganger))

opvolger

Loenen aan de Vecht (De Hoop)

geschiedenis

Op een kaart uit 1675 komt op de huidige plaats reeds een molen voor. Aannemelijk is dat het om een standerdmolen gaat.
Later (uit de tekening van Jan de Beijer blijkt: voor 1752) werd een modernere achtkante baliemolen gebouwd, die in 1900 verloren ging.
Op het behouden gemetselde onderachtkant werd de huidige molen opgetrokken.

In 1890 werd achter de molen een machinekamer gebouwd waar een locomobiel geplaatst werd. Deze machine zou de maalstenen van de molen aan gaan drijven.

In 1899 werd naast de machinekamer nog een schuur opgericht waar een stoomketel werd geplaatst. De locomobiel werd verwijderd en maakte plaats voor een 20 pk stoommachine. Naast de molen rees een schoorsteen van 18 meter hoog uit de grond.

Op 23 december 1900 om 03.30 uur werd er brand gemeld in de molen. Ondanks de inzet van het nodige blusmaterieel, 2 pompwagens waarvan er 1 een half uur onderweg was voordat hij de brand bereikte, kon men niet voorkomen dat de molen tot de grond toe afbrandde. Op het moment van de brand was de molen eigendom van Hendrik van de Poll die na de brand onder in de molen wel de maalderij weer voortzette. De stoommachine had de brand wel overleefd.

De Tijd : godsdienstig-staatkundig dagblad,28-12-1900
Zondag-nacht is de koornmolen te Loenen een prooi der vlammen geworden. Mede verbrandden honderden mudden mais. De knecht, die boven sliep, had nauwelijks tijd zich te redden en moest zich door rook en vlammen een weg banen.

Kort daarna verkocht van de Poll de maalderij aan Cornelis Vogel die 15 april 1901 een verzoek deed bij de gemeente om de molen weer op te bouwen. Na wat aanloopproblemen werd op 9 mei 1901 vergunning verleend om de molen weer op te bouwen. Volgens deze vergunning moest de molen voor 1 oktober 1901 voltooid en in werking zijn.